Terug
Gepubliceerd op 23/01/2020

2020_GR_00016 - Retributies 2020 - 2025 - Retributiereglement op het kortparkeren en parkeren in een blauwe zone - Aanpassing - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 20/01/2020 - 20:01 Gemeenteraadszaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Brigitte Mouligneau, Steven Swiggers, Jozef Verdeyen, Karin Jiroflée, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Ilse Fillet, Mark Feyaerts, Dieter Vanbesien, Luc De Bie, Frank Vannetelbosch, Bert Francois, Bernard Lemaitre, Annelotte Van Meldert, Jo Vandesande, Marc Vermylen, Nick Van Avondt, Pascal Vandenhoudt, Veva Daniels, Orpha Delbeke, Luc Van Rillaer

Verontschuldigd

Vincent Vanhumbeeck, Marian Ursi, Tim Timmermans

Secretaris

Luc Van Rillaer

Voorzitter

Brigitte Mouligneau
2020_GR_00016 - Retributies 2020 - 2025 - Retributiereglement op het kortparkeren en parkeren in een blauwe zone - Aanpassing - Goedkeuring 2020_GR_00016 - Retributies 2020 - 2025 - Retributiereglement op het kortparkeren en parkeren in een blauwe zone - Aanpassing - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

  • Het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden brengt voor de gemeente aanzienlijke lasten met zich mee. De inkomsten uit het parkeerbeleid kunnen hiervoor aangewend worden; 

  • Een retributiereglement moet ervoor zorgen dat de inname van deze parkeerplaatsen beperkt blijft in de voorziene tijd; 

  • Door de verhoging van de parkeermogelijkheden zijn er ook nieuwe mogelijkheden vereist voor de controle op de beperking van de parkeerduur op de voorgeschreven plaatsen; 

  • Het onderhouden van de parkeerplaatsen brengt kosten met zich mee; 

  • De parkeervergoeding moet gezien worden als een vergoeding voor een geleverde dienst namelijk het beschikbaar stellen van een parkeerplaats door de gemeente. 

Juridische grond

  • de Grondwet, meer bepaald artikel 173; 

  • het decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 §3; 

  • Artikelen 10/1 tot en met 10/03 decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; 

  • Artikel 27 Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (Wegcode);

  • het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap; 

  • het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.

Aanleiding en context

Het retributiereglement op het kortparkeren en parkeren in een blauwe zone, zoals goedgekeurd in de zitting van de gemeenteraad van 16 december 2019, dient aangepast te worden.

Er is een vrijstelling voor elektrische wagens zolang ze met een kabel verbonden zijn aan het laadpunt.

Besluit

De Gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 12 ja-stemmen en 8 onthoudingen (N-VA + Groen).

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentelijke retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg. 

Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een blauwe zonereglementering van toepassing is.  

Onder "openbare weg" verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.  

Onder "met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen" verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 1, 2e lid, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten. 

Artikel 2

De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig.  

De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden, en is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de gemeente of haar concessiehouder; deze laatste mogelijkheid wordt enkel aangeboden als de gebruiker opteert voor de toepassing van het forfaitair tarief. 

Artikel 3

§ 1. De retributie wordt vastgesteld als volgt: 

 – gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden;  

– 30€ per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is (de maximale duur toegelaten door de verkeersborden). 

De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van een geldige  parkeerschijf overeenkomstig artikel 27.1.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975.  

§ 2. Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die de door de gemeente op grond van het ministerieel besluit van 9 januari 2007 uitgereikte bewonerskaart zichtbaar achter de voorruit van het voertuig aanbrengen. De gemeente Haacht kent géén bewonerskaarten toe. 

Artikel 4

Vrijstelling:

Voor elektrische wagens die geparkeerd staan op parkeerplaatsen aan elektrische oplaadpalen: een voertuig geparkeerd op zo'n plaats krijgt een vrijstelling zolang het voertuig verbonden is met de oplaadkabel aan de paal.

Concreet betekent dit: indien het voertuig geen elektrisch voertuig is dat op een parkeerplaats staat aan elektrische oplaadpalen dan is een retributie verschuldigd.

Indien het wel een elektrisch voertuig betreft, maar niet verbonden aan de oplaadpaal dan is er eveneens een retributie verschuldigd.

Artikel 5

Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 3 bedoelde forfaitaire tarief. Bij toepassing van het vermelde forfait, brengt de concessiehouder een uitnodiging om de retributie binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig. 

Artikel 6

Bij niet-betaling van de retributie binnen de gestelde termijn zal de concessiehouder een rappel sturen waarvoor de kosten ten bedrage van 2,50 € worden gevorderd ten laste van de debiteur. 

Indien een tweede rappel noodzakelijk blijkt, zal bijkomend op de herinneringskost, een administratieve kost ten bedrage van 3,75 € worden gevorderd ten laste van de debiteur van de retributie. 

Vervolgens en nog steeds in het geval van niet-betaling zal de raadsman aangesteld door de concessiehouder een aanmaning verzenden waarvoor 10,50 € kosten worden aangerekend ten laste van de debiteur van de retributie. 

Tenslotte, als betaling uitblijft, wordt het dossier toevertrouwd aan een gerechtsdeurwaarder voor verdere inning. De gerechtsdeurwaarder zet de invordering verder volgens de regels van het gemeen recht door middel van het organiseren van een doorgedreven minnelijke invordering met als doel om de invordering via gerechtelijke weg te vermijden. De kosten van deze minnelijke invordering bedragen maximaal 25 € en zijn ten laste van de debiteur. 

Bij niet-betaling na de minnelijke pogingen, ondernomen door de gerechtsdeurwaarder, zal deze laatste de invordering gerechtelijk verder zetten. 

De kosten, rechten en uitschotten blootgesteld in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen vallen ten laste van de debiteur van de retributie en zullen toegevoegd worden aan het initieel verschuldigd bedrag (bedrag van de retributie en administratieve kosten). Deze kosten, rechten en uitschotten worden berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 november 1976 dat het tarief vastlegt van de akten verricht door de gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van sommige toelagen. 

Artikel 7

Dit reglement wordt online bekendgemaakt op de gemeentelijke webtoepassing.