De gemeente Haacht heeft in de meerjarenplanning verschillende rioleringsprojecten mee opgenomen voor het aanleggen van gescheiden riolering. De aangrenzende bestaande woningen dienen dan ook optimaal af te koppelen. De verplichting tot afkoppeling ligt bij de eigenaar wanneer een gescheiden riolering in de straat aangelegd wordt.
Het is hierbij heel belangrijk dat de aanvoer van niet-vervuild hemelwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties zoveel mogelijk te beperken om deze installaties naar behoren te laten werken. De ladder van Lansink geeft de voorkeursvolgorde voor de afvoer van hemelwater weer:
1. Opvang voor hergebruik
2. Infiltratie op eigen terrein
3. Buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater
4. Lozing in de regenwaterafvoerleiding (RWA) in de straat.
Aangezien de maximale infiltratie een belangrijk onderdeel is bij de afvoer van hemelwater, wordt er voorgesteld om binnen het subsidiereglement na hergebruik hieraan meer aandacht aan te besteden. Deze infiltratie van hemelwater op perceelsniveau is een bronmaatregel die bijdraagt aan het vermijden van droogte en ook een positieve invloed heeft op de noodzakelijke aanvulling van de grondwatertafel. Hierdoor kan er ook vermeden worden dat er dure en ruimte verslindende infiltratie infrastructuur gebouwd moet worden bij de aanleg van nieuwe gescheiden rioolstelsels. Daarom zou het hemelwater maximaal geïnfiltreerd moeten worden op privé-domein, tenzij uit onderzoek van de aangestelde afkoppelingsdeskundige blijkt dat dit niet mogelijk is.
In sommige gebieden is het niet altijd haalbaar om een gescheiden rioolstelsel aan te leggen. In dat geval kunnen eigenaars verplicht worden om hun afvalwater individueel te zuiveren aan de hand van een IBA zoals vastgelegd in het GUP-zoneringsplan van het VMM.
Voor het scheiden van hemel-en afvalwater op privé terrein zijn meestal afkoppelingswerken nodig. In het vorige subsidiereglement werd hiervoor al een ondersteuning voorzien. Het belang van infiltratie op privé domein bij deze afkoppelingswerken wordt nu in het subsidiereglement toegevoegd. Hierdoor werd het subsidiebedrag ook verdubbeld. Uit de ervaring met vorige rioleringsprojecten blijkt dat het aantal aanvragers beduidend lager ligt dan wat meestal wordt geraamd en dat het bijgevolg mogelijk is om het bedrag te verhogen, op deze manier kan de gemeente het maximaal infiltreren op privé domein extra stimuleren.
Ook eigenaars van een bestaande woning die een IBA moeten plaatsen in het kader van het goedgekeurd GUP-zoneringsplan van de VMM en die nog niet eerder werd opgenomen in een omgevingsvergunning, worden ook mee opgenomen in het subsidiereglement.
Aangezien de kosten voor het plaatsen van een IBA behoorlijk hoog liggen, wordt hiervoor ook een verhoogd subsidiebedrag voorgesteld.
Het voorgestelde subsidiereglement werd ook nagekeken door Aquafin. De juridische dienst van Aquafin bekijkt de verwijzingen naar wetten en decreten nog, deze zullen nog doorgestuurd worden.
- het decreet lokaal bestuur;
- de Europese kaderrichtlijn Water 2000/60/EG;
- het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
- het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II), zoals gewijzigd, inzonderheid onder meer de artikelen 4.2.1.3., §3 en §5, 4.2.7.2.1., 4.3.3.2., §2, 6.2.1.2. §2 en 6.2.1.3.,§2 en bijhorende definities;
- het ministerieel besluit van 20 augustus 2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.
- het besluit van de Vlaamse regering d.d. 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden riolering van afvalwater en hemelwater dat de bewoners van bepaalde gebouwen verplicht hun afval- en regenwater te scheiden;
- het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binnen-installatie en de privéwaterafvoer
- het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater en latere wijzigingen.
- het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2017 betreffende de subsidiëring van de werken, vermeld in artikel 2.6.1.3.1, § 1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
- de provinciale stedenbouwkundige verordening van 24 maart 2003 inzake afkoppeling van hemelwater afkomstig van verharde oppervlakten en de provinciale stedenbouwkundige verordening van 24 maart 2003 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken;
- de gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2018, houdende goedkeuring van de politieverordening – deel 5.10., betreffende waterinrichtingen;
- de gemeenteraadsbeslissing d.d. 27 maart 2006, houdende goedkeuring van het principe en de voorwaarden betreffende de concessie van openbare dienst m.b.t. het beheer en de uitbouw van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur;
- de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 28 september 2006, houdende gunning van de concessie van openbare dienst m.b.t. het beheer en de uitbouw van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur aan Aquafin NV, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar;
- de concessieovereenkomst, afgesloten op 28 september 2006;
- de artikels 117 en 232 van de gemeentewet en op de financiële toestand van de gemeente.
De raad keurt het subsidiereglement 'Gemeentelijke subsidie voor de afkoppeling van de hemelwaterafvoer van het rioleringsnet'. zoals in bijlage toegevoegd, goed.
Het subsidiereglement zal ingaan vanaf de beslissing van de gemeenteraad.
Het budget voor de subsidies werd voorzien bij de rioleringsprojecten in de meerjarenplanning.