de Grondwet, artikel 170 §4, artikel 41 en artikel 162;
het decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 §3;
Artikel 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die in de gemeente belastbaar zijn op 1 januari van het aanslagjaar.
De Gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 16 ja-stemmen en 3 onthoudingen (N-VA).
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die in de gemeente belastbaar zijn op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 7,1% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Artikel 4
Dit reglement wordt online bekendgemaakt op de gemeentelijke webtoepassing en zal toegezonden worden aan de Federale Overheidsdienst Financiën.
Artikel 5
Dit besluit treedt heden in werking.