Zie bijlagen
Procedure
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen in principe over het geheel van hun deel van het geïntegreerde meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over één of meer onderdelen (bijv. een onderliggende raming, een actie of een actieplan, enz.) van het meerjarenplan. Het betrokken raadslid moet die onderdelen aanwijzen. In dat geval mag de betrokken raad maar over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan stemmen ná de stemming van die aangewezen onderdelen.
Als de stemming over een onderdeel tot gevolg heeft dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, dan wordt de stemming over het geheel verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het meerjarenplan al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van meerjarenplan vast op een volgende vergadering.
1) OCMW-raad stemt over zijn deel : vaststelling
2) gemeenteraad stemt over zijn deel : vaststelling
3) gemeenteraad keurt 1) goed; hierdoor wordt het meerjarenplan definitief vastgesteld.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de meerjarenplannen van de lokale en provinciale besturen starten in het tweede jaar na de lokale en provinciale verkiezingen en dat ze lopen tot het einde van het jaar na de daaropvolgende verkiezingen. Dat betekent dat de nieuwe bewindsploegen in 2019 hun strategische en financiële planning voor de bestuursperiode van 2019 tot 2024 opmaken en vastleggen in het meerjarenplan voor de periode van 2020 tot 2025.
De lokale en provinciale besturen maken hun meerjarenplan 2020-2025 op volgens de aangepaste regelgeving over de beleids- en beheerscyclus (BBC 2020). De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 brengt een aantal belangrijke punten onder de aandacht waarmee de besturen rekening moeten houden.
Het meerjarenplan 2020 - 2025 bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
De strategische nota bevat ten minste de volgende elementen:
Voor de strategische nota legt de regelgeving geen gestandaardiseerd schema op.
De financiële nota van het meerjarenplan bevat:
De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Ze moet minstens de volgende onderdelen bevatten:
De Raad van Bestuur keurt het volgende besluit goed met 14 ja-stemmen tegen 4 neen-stemmen (Groen) en 5 onthoudingen (N-VA).
De gemeenteraad keurt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en het OCMW (deel OCMW, zoals vastgesteld door de OCMW-raad) goed, dat bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
Hierdoor wordt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 ocmw/gemeente definitief vastgesteld.
Het schema ‘M2: Staat van het financieel evenwicht’ geeft weer in welke mate gemeente en OCMW Haacht voldoen aan de gestelde evenwichtsvoorwaarden. Het beschikbaar budgettair resultaat is elk jaar positief en 2025 wordt afgerond met een geraamd beschikbaar budgettair resultaat van 1.240.015 euro.
De autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, start in 2020 erg negatief. Vervolgens wordt de autofinancieringsmarge jaarlijks een stuk positiever om in 2025 te eindigen op 345.361 euro.
Met de nieuwe BBC2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. Gemeente/OCMW Haacht sluiten 2025 af met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 371.879 euro.
Een tweede indicator die nieuw is in vergelijking met de vorige BBC-regelgeving, is de geconsolideerde autofinancieringsmarge. Deze indicator vult de autofinancieringsmarge van de gemeente/OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven. Voor Haacht bedraagt de geraamde geconsolideerde of totale autofinancieringsmarge 351.147 euro per 31 december 2025. De geraamde totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt per 31 december 2025 330.974 euro.