Terug
Gepubliceerd op 01/04/2021

2021_GR_00045 - Belastingen - Dienstjaren 2021-2025 - Belastingreglement op masten, pylonen en andere draagconstructies - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 29/03/2021 - 20:05 teams
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vincent Vanhumbeeck, Voorzitter; Steven Swiggers, Burgemeester; Jozef Verdeyen, Eerste schepen; Karin Jiroflée, Tweede schepen; Tom Van der Auwera, Derde schepen; Nico Bogaerts, Vierde schepen; Ilse Fillet, BCSD-voorzitter-schepen; Dieter Vanbesien; Luc De Bie; Frank Vannetelbosch; Bert Francois; Bernard Lemaitre; Annelotte Van Meldert; Brigitte Mouligneau; Jo Vandesande; Marc Vermylen; Marian Ursi; Nick Van Avondt; Pascal Vandenhoudt; Tim Timmermans; Veva Daniels; Orpha Delbeke; Annik Olbrechts; Luc Van Rillaer, Algemeen directeur

Secretaris

Luc Van Rillaer, Algemeen directeur

Voorzitter

Vincent Vanhumbeeck, Voorzitter
2021_GR_00045 - Belastingen - Dienstjaren 2021-2025 - Belastingreglement op masten, pylonen en andere draagconstructies - Goedkeuring 2021_GR_00045 - Belastingen - Dienstjaren 2021-2025 - Belastingreglement op masten, pylonen en andere draagconstructies - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

8a08e59561454b880161479b5019067c

Aanleiding en context

Er zijn een aantal masten, pylonen en andere draagconstructies aanwezig op het grondgebied van de gemeente.

Argumentatie

  •  de financiële toestand van de gemeente;
  • de aanwezigheid van masten, pylonen en andere draagconstructies op het grondgebied van de gemeente betekent een ernstige vorm van visuele vervuiling wegens het doorbreken van de vrije open ruimte en zij brengen hinder mee voor de plaatselijke gemeenschap. Het is derhalve rechtmatig om een compensatie voor de plaatselijke gemeenschap te voorzien;
  • daarenboven heeft de aanwezigheid van masten, pylonen en andere draagconstructies op het grondgebied van de gemeente een substantiële invloed op de aantrekkingskracht van de gemeente Haacht als woonomgeving en toeristische trekpleister;
  • een belasting op masten, pylonen en andere draagconstructies kan een stimulans zijn om deze te beperken, wat noodzakelijk is voor de vrijwaring van de goede ruimtelijke ordening en de landschappelijke kwaliteit van de gemeente Haacht;
  • het Energiedecreet (het decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid van 8 mei 2009 (BS 7 juli 2009)) en de Europese Richtlijn 2009/28/EG (Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn2003/ 30/EG);
  • overwegende dat de gemeente zich engageert in het kader van klimaat en milieu en de gemeente dus een bijdrage wenst te leveren aan het stimuleren van de productie van groene stroom, dus zou het niet logisch zijn om constructies die hieraan bijdragen te hinderen en hierop belastingen te heffen. De vrijstelling van belasting kadert in de zogenaamde ‘groene fiscaliteit’;
  • overwegende dat het wenselijk is de constructies voor diensten van openbare besturen en andere openbare inrichtingen en instellingen vrij te stellen omdat deze constructies worden opgericht om hun dienstverlening zo optimaal mogelijk te kunnen doen en dat deze worden opgericht om ten dienste te staan van het openbaar nut, o.a. in het kader van hulpverlening en veiligheid, wat één van de primaire overheidstaken is. Daarenboven bestaat het risico dat door het belasten van deze constructies, ervoor gekozen wordt om dergelijke constructies slechts minimaal te voorzien, waardoor er blinde vlekken kunnen ontstaan en de gemeente wenst dan ook dat het hele grondgebied voldoende gedekt wordt via deze constructies;
  • overwegende dat de gemeente o.a. haar verenigingen wenst te ondersteunen in hun activiteiten en dat de vrijstelling van de lokale belasting als steun aan deze organisaties bijdraagt aan het welzijnsidee waarop het bestuur haar beleid afstemt. Gelet op het draagvlak dat zij binnen de gemeente hebben, is het gepast om hiervoor een vrijstelling te voorzien. Mochten ze om deze activiteiten te kunnen uitvoeren constructies (bv. verlichtingspalen, zendmasten,…) nodig hebben die onder dit belastingreglement zouden vallen in het kader van sport- of recreatievoorzieningen dan worden zij hiervoor vrijgesteld;
  • overwegende dat de gemeente van oordeel is dat het landschapsverstorend karakter van deze vrijgestelde constructies voldoende gecompenseerd wordt door het maatschappelijk belang.

Juridische grond

  • De grondwet, meer bepaald de artikelen 41, 162 en 170, §4;
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
  • Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
  • Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. 
  • Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen
  • De omzendbrief KB/ABB 201912 over de gemeentefiscaliteit.

Regelgeving bevoegdheid

Het Decreet Lokaal Bestuur
<p>DLB</p>

Besluit

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Het belastingreglement op masten, pylonen en andere draagconstructies voor de dienstjaren 2021 - 2025  wordt als volgt vastgesteld :

Artikel 1: Heffingstermijn - belastbaar feit

Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de masten, pylonen en andere draagconstructies die zich op het grondgebied, in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg van de gemeente bevinden.

Artikel 2: Begripsomschrijving

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Mast: een verticale structuur, ongeacht de hoogte, die geplaatst wordt op een dak of een andere bestaande constructie met een hoogte van minimaal 15 meter, mast inbegrepen. 

Pyloon: een individuele verticale constructie die opgericht wordt op niveau van het maaiveld met een hoogte van minimaal 15 meter.

Draagconstructie: iedere individuele op zichzelf staande verticale structuur, met uitsluiting van gebouwen, die opgericht is op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 15 meter en die hoofdzakelijk dient als draagstructuur voor lichtinstallaties, geluidsinstallaties, het transport van energie-en radio-installaties.

Artikel 3: Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast, pyloon of andere draagconstructie op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 4: Tarief

De belasting wordt vastgesteld op 2.500 EUR per jaar per mast, pyloon of andere draagconstructie. De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast, pyloon of andere draagconstructie in de loop van het aanslagjaar wordt weggenomen.

Artikel 5: Aangifteplicht

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 oktober van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

Artikel 6: Vrijstellingen

Worden vrijgesteld van deze belasting: 

  • Constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom;
  • Masten, pylonen en andere draagconstructies geplaatst voor diensten van openbare besturen en andere openbare inrichtingen en instellingen;
  • Masten, pylonen en andere draagconstructies die dienstig zijn voor de verlichting van sport- en recreatievoorzieningen voor erkende verenigingen door de gemeente Haacht.

Vrijstellingen worden aangevraagd en beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen,die ook oordelen in geval van betwisting.

Artikel 7: Ambtshalve belasting

§1. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

§2. De ambtshalve ingekohierde belasting zal worden verhoogd met 10%, 100% of 200% al naargelang het een eerste, tweede of derde overtreding betreft.

Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.

Artikel 8: Wijze van invordering

De belasting wordt gevestigd en ingevorderd door middel van een kohier.

Artikel 9: Bezwaarschriften

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Artikel 10: Bekendmaking 

Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.