Terug
Gepubliceerd op 23/12/2021

2021_GR_00286 - Meerjarenplan 2020 - 2025 na AMJP 1/2021 - Geïntegreerd meerjarenplan van de gemeente en het OCMW (deel gemeente) - Vaststelling

Gemeenteraad
ma 20/12/2021 - 20:05 Teams
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vincent Vanhumbeeck, Voorzitter; Steven Swiggers, Burgemeester; Jozef Verdeyen, Eerste schepen; Karin Jiroflée, Tweede schepen; Tom Van der Auwera, Derde schepen; Annelotte Van Meldert, Vierde schepen; Dieter Vanbesien; Luc De Bie; Frank Vannetelbosch; Bert Francois; Bernard Lemaitre; Nico Bogaerts; Brigitte Mouligneau; Jo Vandesande; Marc Vermylen; Marian Ursi; Nick Van Avondt; Pascal Vandenhoudt; Tim Timmermans; Veva Daniels; Orpha Delbeke; Annik Olbrechts; Luc Van Rillaer, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Ilse Fillet, BCSD-voorzitter-schepen

Secretaris

Luc Van Rillaer, Algemeen directeur

Voorzitter

Vincent Vanhumbeeck, Voorzitter
2021_GR_00286 - Meerjarenplan 2020 - 2025 na AMJP 1/2021 - Geïntegreerd meerjarenplan van de gemeente en het OCMW (deel gemeente) - Vaststelling 2021_GR_00286 - Meerjarenplan 2020 - 2025 na AMJP 1/2021 - Geïntegreerd meerjarenplan van de gemeente en het OCMW (deel gemeente) - Vaststelling

Motivering

Aanleiding en context

Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens één keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in één beslissing zowel de kredieten voor het volgende jaar vaststellen als de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar. Met deze aanpassing van het meerjarenplan worden in één beweging de kredieten van 2021 gewijzigd en worden de (begin)kredieten van 2022 meteen ook voor de eerste keer vastgesteld.

Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.   

Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:

  • een motivering van de wijzigingen van het meerjarenplan (geen gestandaardiseerd schema);
  • in voorkomend geval, de wijzigingen van de strategische nota (geen gestandaardiseerd schema);
  • het aangepaste financiële doelstellingenplan (schema M1);
  • de aangepaste staat van het financiële evenwicht (schema M2);
  • het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3);
  • een aangepaste toelichting.

De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:

  • een overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1);
  • een overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2);
  • in voorkomend geval, de investeringsprojecten (schema T3);
  • in voorkomend geval, een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4);
  • een overzicht van de financiële risico’s: een omschrijving van de financiële risico’s die het bestuur loopt en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken;
  • een verwijzing naar de plaats waar de documentatie beschikbaar is;
  • een beschrijving van de grondslagen en assumpties die gehanteerd werden voor de opmaak van het aangepaste meerjarenplan en de wijzigingen daarvan ten opzichte van het vorige beleidsrapport.

Schepen Annelotte Van Meldert licht toe aan de hand van een Powerpoint.

Argumentatie

Zie bijlagen 

Juridische grond

DLB

MB BBC

Fasering

Procedure

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen in principe over het geheel van hun deel van het geïntegreerde meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.

Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over één of meer onderdelen (bijv. een onderliggende raming, een actie of een actieplan, enz.) van het meerjarenplan. Het betrokken raadslid moet die onderdelen aanwijzen. In dat geval mag de betrokken raad maar over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan stemmen ná de stemming van die aangewezen onderdelen. 

Als de stemming over een onderdeel tot gevolg heeft dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, dan wordt de stemming over het geheel verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het meerjarenplan al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van meerjarenplan vast op een volgende vergadering.

1) OCMW-raad stemt over zijn deel : vaststelling

2) gemeenteraad stemt over zijn deel : vaststelling

3) gemeenteraad keurt 1) goed; hierdoor wordt het meerjarenplan definitief vastgesteld.

Regelgeving bevoegdheid

Het Decreet Lokaal Bestuur
<p>DLB</p>

Besluit

De gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 13 ja-stemmen (Vincent Vanhumbeeck, Steven Swiggers, Jozef Verdeyen, Karin Jiroflée, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Luc De Bie, Annelotte Van Meldert, Brigitte Mouligneau, Nick Van Avondt, Pascal Vandenhoudt, Tim Timmermans, Orpha Delbeke; 4 neen-stemmen (Dieter Vanbesien, Bernard Lemaitre, Marian Ursi, Veva Daniels) en 5 onthoudingen (Frank Vannetelbosch, Bert Francois, Marc Vermylen, Jo Vandesande en Annik Olbrechts).

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad stelt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 na aanpassing meerjarenplan 1/2021 van de gemeente en het OCMW (deel gemeente) vast.

Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2021 stijgt na aanpassing meerjarenplan 1/2021 met ca. 264.730 euro tot 3.235.211 euro. Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2022 bedraagt 4.907.960 euro. Per 31/12/2025 bedraagt het geraamde beschikbaar budgettair resultaat 3.467.643 euro.

De geraamde autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, bedraagt 1.192.286 euro per 31/12/2021 en 107.005 per 31/12/2022. Per 31/12/2025 bedraagt de geraamde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 375.935 euro.

Met de nieuwe BBC 2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge is een indicator en geen norm. Hij houdt rekening met een jaarlijkse gemiddelde leningsaflossing van 8% van de totale uitstaande schuld per 31 december van het vorige boekjaar. Gemeente/OCMW Haacht sluiten 2025 na aanpassing meerjarenplan 1/2021 af met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 510.397 euro. 

Een tweede indicator die nieuw is in vergelijking met de vorige BBC-regelgeving, is de geconsolideerde autofinancieringsmarge. Deze indicator vult de autofinancieringsmarge van de gemeente/OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven. Voor Haacht bedraagt de geraamde geconsolideerde of totale autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 383.952 euro per 31 december 2025.

De geraamde totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 bedraagt per 31 december 2025 491.727 euro.