opstart digitale loonbrieven
inzetten op digitalisering, ecologischer en duurzaam
In bijlage kan je het addendum bij het arbeidsreglement vinden, zoals opgemaakt op onze vraag door de juridische dienst van Cipal-Schaubroeck. De nodige bepalingen werden voorzien.
Artikel 16 van de wet van 3 juni 2007 houdende diverse arbeidsbepalingen voorziet dat de volgende documenten elektronisch verstuurd en opgeslagen kunnen worden:
- najaar 2021: voorbereidingen door team Personeel
- addendum AR: syndicaal overleg van december
- addendum AR: gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn en raad van bestuur AGB van december
- invoering vanaf januari 2022
De raad gaat akkoord met het addendum bij het arbeidsreglement (AR) 'Elektronische loondocumenten'.
De gemeente zorgt voor de aflevering van administratieve stukken, zoals rijbewijzen, identiteitskaarten, enz.
Vanaf 1 januari 2020 worden, op 1 januari van elk jaar, de bedragen van deze vergoedingen automatisch herzien op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex volgens volgende formule: nieuw tarief = (basistarief x nieuwe index) / basisindex.
Er is een aanpassing van de tarieven vanaf 1 januari 2022.
Het gemeentebestuur dient aan de federale overheid een vergoeding te betalen voor de aanmaak en levering van de uit te reiken identiteitsdocumenten, rijbewijzen en reispassen;
Het bestuur maakt ook zelf kosten naar aanleiding van de behandeling van de aanvragen en de uitreiking van deze documenten en van andere documenten zoals trouwboekjes;
Het is aangewezen om van de aanvrager van de dienstverlening een billijke bijdrage te vragen in de kostprijs van deze administratieve documenten;
De financiële toestand van de gemeente en de noodzaak te voorzien in de nodige financiële middelen voor de werking van het gemeentebestuur, evenals voor de uitvoering van de nodige investeringen.
de Grondwet, artikel 173;
het decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 §3;
het Bestuursdecreet betreffende de openbaarheid van bestuur;
Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;
Koninklijk Besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar;
Koninklijk Besluit van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;
Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, met talrijke wijzigingen;
Artikelen 50-67 Consulair Wetboek van 21 december 2013;
Artikel 2 Ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten;
Ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, waarvan de bijlage is gewijzigd bij ministerieel besluit van 27 maart 2013 (BS 21 maart en 29 maart 2013);
Ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies.
Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een retributie gevestigd op de afgifte door het gemeentebestuur van administratieve stukken.
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het stuk of de inlichting vraagt.
Artikel 3
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
1 | Elektronische identiteitskaarten | Bedrag |
| ● Gewone procedure | € 20 |
| ● Spoedprocedure | € 102 |
| ● Spoedprocedure met gecentraliseerde levering in Brussel | € 135 |
2 | Kids-ID |
|
| ● Gewone procedure | € 10 |
| ● Spoedprocedure | € 92 |
| ● Spoedprocedure met gecentraliseerde levering in Brussel | € 125 |
3 | Elektronische vreemdelingenkaart |
|
| ● Gewone procedure | € 20 |
| ● Spoedprocedure | € 102 |
4 | Attest van Immatriculatie vreemdelingen | € 5 |
5 | Reispassen volwassenen |
|
| ● Gewone procedure | € 75 |
| ● Spoedprocedure | € 250 |
| ● Superdringende levering in Brussel | € 350 |
6 | Reispassen minderjarigen |
|
| ● Gewone procedure | € 45 |
| ● Spoedprocedure | € 220 |
| ● Superdringende levering in Brussel | € 320 |
7 | Rijbewijzen bankkaartmodel | € 25 |
8 | Internationale rijbewijzen | € 20 |
9 | Trouwboekje | € 20 |
10 | Voornaamswijziging | € 300 |
11 | Voornaamswijziging transgenders | € 30 |
12 | Slachtbewijs | € 20 |
Artikel 4
Zijn van de retributie vrijgesteld: de documenten die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een andere overheidsbeslissing kosteloos door het gemeentebestuur moeten worden afgegeven.
Artikel 5
De retributie en de eventuele verzendingskosten moeten bij de afgifte van het document contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Artikel 6
Dit reglement wordt online bekendgemaakt op de gemeentelijke webtoepassing.
De gemeenten worden steeds meer geconfronteerd met vragen van notarissen, vastgoedmakelaars en projectontwikkelaars naar vastgoedinformatie. Deze taak is momenteel nog heel arbeidsintentief, omdat we de gegevens niet alleen moeten opzoeken in onze software-systemen, maar ook nog grondig moeten aftoetsen met de analoge dossiers in het archief.
Het opzoeken van de informatie over een onroerend goed betekent bijkomende taken en lasten voor het personeel.
Het is dus wenselijk het tarief aan te passen.
de Grondwet, artikel 173;
het decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 §3;
het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Vanaf heden tot en met 31 december 2025
wordt ten behoeve van de gemeente een retributie gevestigd op administratieve prestaties.
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die om de administratieve prestatie verzoekt.
Artikel 3
Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld:
1. Het invullen van het standaardformulier voor de aanvraag van vastgoedinformatie ten behoeve van notarissen, alsook andere formulieren voor gelijkaardige aanvragen om inlichtingen: € 100,00 per formulier.
2. Het opstarten van een administratieve procedure voor de raadpleging van de bevolkingsregisters voor opzoekingen van genealogische, historische of wetenschappelijke aard: € 15,00 per aangevraagde procedure.
3. Het afleveren van kopieën:
A4-formaat zwart/wit |
€ 0,10 per stuk |
A4-formaat zwart/wit en recto-verso |
€ 0,20 per stuk |
A3-formaat zwart/wit |
€ 0,30 per stuk |
A3-formaat zwart/wit en recto-verso |
€ 0,60 per stuk |
A4-formaat kleur |
€ 0,70 per stuk |
A4-formaat kleur en recto-verso |
€ 1,40 per stuk |
A3-formaat kleur |
€ 1,50 per stuk |
A3-formaat kleur en recto-verso |
€ 3,00 per stuk |
A2/A1/A0 zwart/wit |
€ 4,00 per stuk |
A2/A1/A0 kleur |
€ 5,00 per stuk |
Kopieën van plannen stedenbouwkundige vergunningen Indien oppervlakte minder bedraagt dan 1m² zal steeds € 5,00 worden aangerekend |
€ 5,60 per m² < 1m² = € 5,00 |
Digitaal doorsturen | gratis |
Artikel 4
De retributie dient te worden betaald aan de gemeente. De aanvrager ontvangt een factuur en betaalt ten laatste op de vervaldag van de factuur of de aanvrager betaalt de retributie en de eventuele verzendingskosten bij de afgifte van het document contant, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Artikel 5
Het retributiereglement op administratieve prestaties, goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 27 april 2020, wordt opgeheven.
Artikel 6
Dit reglement wordt online bekendgemaakt op de gemeentelijke webtoepassing.
Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens één keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in één beslissing zowel de kredieten voor het volgende jaar vaststellen als de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar. Met deze aanpassing van het meerjarenplan worden in één beweging de kredieten van 2021 gewijzigd en worden de (begin)kredieten van 2022 meteen ook voor de eerste keer vastgesteld.
Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:
De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:
Zie bijlagen
DLB
MB BBC
Procedure
De gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn stemmen in principe over het geheel van hun deel van het geïntegreerde meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over één of meer onderdelen (bijv. een onderliggende raming, een actie of een actieplan, enz.) van het meerjarenplan. Het betrokken raadslid moet die onderdelen aanwijzen. In dat geval mag de betrokken raad maar over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan stemmen ná de stemming van die aangewezen onderdelen.
Als de stemming over een onderdeel tot gevolg heeft dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, dan wordt de stemming over het geheel verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het meerjarenplan al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van meerjarenplan vast op een volgende vergadering.
1) OCMW-raad stemt over zijn deel : vaststelling
2) gemeenteraad stemt over zijn deel : vaststelling
3) gemeenteraad keurt 1) goed; hierdoor wordt het meerjarenplan definitief vastgesteld.
De gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 13 ja-stemmen (Vincent Vanhumbeeck, Steven Swiggers, Jozef Verdeyen, Karin Jiroflée, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Luc De Bie, Annelotte Van Meldert, Brigitte Mouligneau, Nick Van Avondt, Pascal Vandenhoudt, Tim Timmermans, Orpha Delbeke; 4 neen-stemmen (Dieter Vanbesien, Bernard Lemaitre, Marian Ursi, Veva Daniels) en 5 onthoudingen (Frank Vannetelbosch, Bert Francois, Marc Vermylen, Jo Vandesande en Annik Olbrechts).
De gemeenteraad keurt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en het OCMW (deel OCMW, zoals vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn) na aanpassing meerjarenplan 1/2021 goed.
Hierdoor wordt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 gemeente / OCMW na aanpassing meerjarenplan 1/2021 definitief vastgesteld.
Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2021 stijgt na aanpassing meerjarenplan 1/2021 met ca. 264.730 euro tot 3.235.211 euro. Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2022 bedraagt 4.907.960 euro. Per 31/12/2025 bedraagt het geraamde beschikbaar budgettair resultaat 3.467.643 euro.
De geraamde autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, bedraagt 1.192.286 euro per 31/12/2021 en 107.005 per 31/12/2022. Per 31/12/2025 bedraagt de geraamde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 375.935 euro.
Met de nieuwe BBC 2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge is een indicator en geen norm. Hij houdt rekening met een jaarlijkse gemiddelde leningsaflossing van 8% van de totale uitstaande schuld per 31 december van het vorige boekjaar. Gemeente/OCMW Haacht sluiten 2025 na aanpassing meerjarenplan 1/2021 af met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 510.397 euro.
Een tweede indicator die nieuw is in vergelijking met de vorige BBC-regelgeving, is de geconsolideerde autofinancieringsmarge. Deze indicator vult de autofinancieringsmarge van de gemeente/OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven. Voor Haacht bedraagt de geraamde geconsolideerde of totale autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 383.952 euro per 31 december 2025.
De geraamde totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 bedraagt per 31 december 2025 491.727 euro.
Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens één keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in één beslissing zowel de kredieten voor het volgende jaar vaststellen als de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar. Met deze aanpassing van het meerjarenplan worden in één beweging de kredieten van 2021 gewijzigd en worden de (begin)kredieten van 2022 meteen ook voor de eerste keer vastgesteld.
Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:
De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:
Schepen Annelotte Van Meldert licht toe aan de hand van een Powerpoint.
Zie bijlagen
DLB
MB BBC
Procedure
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen in principe over het geheel van hun deel van het geïntegreerde meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over één of meer onderdelen (bijv. een onderliggende raming, een actie of een actieplan, enz.) van het meerjarenplan. Het betrokken raadslid moet die onderdelen aanwijzen. In dat geval mag de betrokken raad maar over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan stemmen ná de stemming van die aangewezen onderdelen.
Als de stemming over een onderdeel tot gevolg heeft dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, dan wordt de stemming over het geheel verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het meerjarenplan al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van meerjarenplan vast op een volgende vergadering.
1) OCMW-raad stemt over zijn deel : vaststelling
2) gemeenteraad stemt over zijn deel : vaststelling
3) gemeenteraad keurt 1) goed; hierdoor wordt het meerjarenplan definitief vastgesteld.
De gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 13 ja-stemmen (Vincent Vanhumbeeck, Steven Swiggers, Jozef Verdeyen, Karin Jiroflée, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Luc De Bie, Annelotte Van Meldert, Brigitte Mouligneau, Nick Van Avondt, Pascal Vandenhoudt, Tim Timmermans, Orpha Delbeke; 4 neen-stemmen (Dieter Vanbesien, Bernard Lemaitre, Marian Ursi, Veva Daniels) en 5 onthoudingen (Frank Vannetelbosch, Bert Francois, Marc Vermylen, Jo Vandesande en Annik Olbrechts).
De gemeenteraad stelt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 na aanpassing meerjarenplan 1/2021 van de gemeente en het OCMW (deel gemeente) vast.
Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2021 stijgt na aanpassing meerjarenplan 1/2021 met ca. 264.730 euro tot 3.235.211 euro. Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2022 bedraagt 4.907.960 euro. Per 31/12/2025 bedraagt het geraamde beschikbaar budgettair resultaat 3.467.643 euro.
De geraamde autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, bedraagt 1.192.286 euro per 31/12/2021 en 107.005 per 31/12/2022. Per 31/12/2025 bedraagt de geraamde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 375.935 euro.
Met de nieuwe BBC 2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge is een indicator en geen norm. Hij houdt rekening met een jaarlijkse gemiddelde leningsaflossing van 8% van de totale uitstaande schuld per 31 december van het vorige boekjaar. Gemeente/OCMW Haacht sluiten 2025 na aanpassing meerjarenplan 1/2021 af met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 510.397 euro.
Een tweede indicator die nieuw is in vergelijking met de vorige BBC-regelgeving, is de geconsolideerde autofinancieringsmarge. Deze indicator vult de autofinancieringsmarge van de gemeente/OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven. Voor Haacht bedraagt de geraamde geconsolideerde of totale autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 383.952 euro per 31 december 2025.
De geraamde totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2021 bedraagt per 31 december 2025 491.727 euro.
De gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 18 ja-stemmen (Vincent Vanhumbeeck, Steven Swiggers, Jozef Verdeyen, Karin Jiroflée, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Luc De Bie, Annelotte Van Meldert, Brigitte Mouligneau, Nick Van Avondt, Pascal Vandenhoudt, Tim Timmermans, Orpha Delbek, Frank Vannetelbosch, Bert Francois, Marc Vermylen, Jo Vandesande en Annik Olbrechts) en 4 neen-stemmen (Dieter Vanbesien, Bernard Lemaitre, Marian Ursi, Veva Daniels).