De onroerenderfgoedgemeente heeft een voorbeeldfunctie.
De gemeente heeft de verplichting een gemeentelijke inventaris onroerend erfgoed aan te leggen.
Het is noodzakelijk om preventief onderhoud van waardevolle gebouwen te stimuleren.
Het is wenselijk om werken en werkzaamheden tot voorkoming van verval en tot onderhoud van het onroerend erfgoed aan te moedigen en financieel te ondersteunen.
Niet-beschermde, waardevolle gebouwen zijn beeldbepalend voor de gemeente en dienen voor de toekomst gevrijwaard te worden.
Niet-beschermde, waardevolle gebouwen kunnen geen aanspraak maken op erfgoedpremies vanuit de Vlaamse Overheid;
Het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed
Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;
Het besluit van de administrateur-generaal van het agentschap Onroerend Erfgoed van 8 oktober 2021 houdende vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed;
De erkenning als onroerenderfgoedgemeente
§1. De gemeente kan 100 % van het lidmaatschap voor de aansluiting van een gebouw bij Monumentenwacht Vlaams-Brabant op zich nemen en er gevolgen aan koppelen binnen de voorziene budgetten.
§2. Het lidmaatschap wordt aangevraagd bij de gemeente Haacht. Kerkfabrieken komen niet in aanmerking voor een groepslidmaatschap van Monumentenwacht.
De gemeente kan de kosten van een inspectie door Monumentenwacht Vlaams-Brabant van een beschermd monument, vastgesteld onroerend erfgoed, een waardevol element binnen een beschermd dorpsgezicht, of een beeldbepalend pand dat op de gemeentelijke inventaris staat, terugbetalen (50% terugbetaald, plafond op 200 €/jaar).
De aanvrager toont hiervoor aan dat de dringende werken, zoals die zijn opgesomd in het rapport van Monumentenwacht, binnen het jaar (uitstel wordt gemotiveerd) uitgevoerd zijn.
Enkel reguliere dienstverlening van Monumentenwacht komt in aanmerking. Gespecialiseerde dienstverlening aan een hoger tarief (monitoring en meting, dienstverlening aan niet-leden) komt niet in aanmerking voor dit reglement.
Kerkfabrieken komen niet in aanmerking voor een premie voor de inspectiekosten van Monumentenwacht.
De gemeente kan de kosten van de werken die opgesomd zijn in het inspectierapport van Monumentenwacht terugbetalen (20% terugbetaald met plafond van 500 €/jaar). Onderhoudswerken (schilderwerken, reinigingswerken, plaatselijk herstel,…) moeten uitgevoerd zijn binnen 1 jaar na datum van het rapport. Uitstel wordt gemotiveerd.
Bij de toewijzing van de gemeentelijke premie wordt met de volgende beperkingen en voorwaarden rekening gehouden:
§1. Een lidmaatschap bij Monumentenwacht
§2. De gemeentelijke premie kan gecumuleerd worden met andere bijdragen die dezelfde bestemming hebben zoals bepaald in het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014.
§3. De gemeentelijke premie slaat op alle beschermde, op de vastgestelde of gemeentelijke inventaris ingeschreven gebouwen gelegen binnen de gemeentegrenzen van Haacht. De woonplaats van de eigenaar speelt hierbij geen rol.
§4. Eigenaars van de beschermde gebouwen houden verplicht een logboek bij wil men in aanmerking komen voor de premie.
§5. De aanvragen worden ingediend uiterlijk 1 jaar na uitvoering van de werken (factuurdatum).
§6. In het geval dat Monumentenwacht eerder reeds een inspectie uitvoerde, moet bij de aanvraag van een premie voor de inspectiekosten van Monumentenwacht, het ingediende rapport minstens drie jaar en maximum zes jaar na het vorige zijn opgesteld. Voor een goede monitoring van het gebouw is een inspectie om de vier à vijf jaar aangewezen.
De inhoud en de wijze van de aanvraag:
De aanvraag wordt digitaal (via webformulier) ingediend.
De aanvrager geeft toestemming om de verstrekte gegevens door te geven aan de IOED en aan Monumentenwacht Vlaams-Brabant.
De aanvraag moet de hiernavolgende documenten bevatten:
1§. Voor de aanvraag van een premie voor de inspectiekosten van Monumentenwacht Vlaams-Brabant vzw:
1) een kopie van het rapport van Monumentenwacht
2) a. Beschermd monument: de toelating, melding of vergunning voor de werken verleend door het agentschap Onroerend Erfgoed dan wel de gemeente is noodzakelijk, overeenkomstig het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
b. Niet beschermd: de melding of vergunning voor de werken verleend door de gemeente is noodzakelijk, overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, indien van toepassing
3) Een beschrijving van de uitgevoerde dringende werken uit het rapport met vermelding van begin- en einddatum, geïllustreerd met foto’s van voor en na de werken en/of plannen, een gedetailleerde factuur;
4) de factuur van de inspectie en het betalingsbewijs, de premie voor onderhoudswerken en de premie voor de inspectiekosten van Monumentenwacht kunnen gelijktijdig, in eenzelfde dossier, aangevraagd worden.
2§. Voor werken aan beschermde monumenten en/of waardevolle gebouwen binnen een beschermd dorpsgezicht waarvoor een goedgekeurd beheersplan bestaat:
1) de toelating, melding of vergunning voor de werken verleend door Onroerend Erfgoed dan wel de gemeente overeenkomstig het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
2) de vastlegging van de erfgoedpremie door het agentschap Onroerend Erfgoed, overeenkomstig het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014;
3) Een beschrijving van de werken met vermelding van begin- en einddatum, geïllustreerd met foto’s van voor en na de werken en/of plannen ;
4) De factuur van de werken opgemaakt door een architect of een erkend aannemer, of -in het geval de werken in eigen beheer worden uitgevoerd- op basis van de materiaalkosten;
5) desgevallend de brief van het agentschap Onroerend Erfgoed, dat de werken uitgevoerd werden volgens de regels van de kunst en dat zal overgegaan worden tot uitbetaling van de premie;
6) De betalingsbewijzen.
3§. Voor werken aan waardevolle gebouwen binnen een beschermd dorpsgezicht waarvoor geen goedgekeurd beheersplan bestaat:
1) Indien van toepassing, de vergunning verleend door of melding van de werken aan de gemeente overeenkomstig het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
2) Een beschrijving van de werken met vermelding van begin- en einddatum, geïllustreerd met foto’s van voor en na de werken en/of plannen;
3) een factuur van de werken of -in het geval de werken in eigen beheer worden uitgevoerd- op basis van de materiaalkosten;
4) De betalingsbewijzen.
De aanvraag volgt volgende procedure:
1) de aanvragen worden ter advies voorgelegd aan de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst WinAr of zijn opvolger.
2) Binnen een termijn van 30 dagen wordt aan de aanvrager meegedeeld of de werken in aanmerking komen voor een gemeentelijke onderhoudspremie. Indien het dossier onvolledig is of als niet voldaan wordt aan de voorwaarden van dit reglement, dan wordt dit binnen dezelfde termijn aan de aanvrager meegedeeld. In dit geval kan deze het dossier volgens de opgegeven opmerkingen aanpassen of aanvullen en opnieuw indienen.
3) op basis van het advies van de IOED zal het college van burgemeester en schepenen beslissen over de toekenning van de premie. Dit gebeurt binnen een termijn van 60 dagen na indiening van het volledige dossier. De uitbetaling volgt na de goedkeuring door het college.
Het college van burgemeester en schepenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
De kredieten voor deze premie worden jaarlijks voorzien in de begroting onder volgnummer MJ001478 - Beleidstdoelstelling BD000006, actieplan AP000021, actie AC000102.
Indien er meer toelagen worden aangevraagd dan er kredieten zijn voorzien in de begroting, dan wordt bij de toekenning rekening gehouden met de datum van de aanvraag. De overige aanvragen kunnen eventueel worden toegekend na een begrotingswijziging of verwezen naar het volgende begrotingsjaar.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 oktober 2022 tot 31 december 2025 (looptijd IOED).