Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens één keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in één beslissing zowel de kredieten voor het volgende jaar vaststellen als de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar.
Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:
De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:
De aanpassing van het meerjarenplan van de autonome gemeente- en provinciebedrijven moet, nadat ze is vastgesteld door de raad van bestuur, voor goedkeuring worden voorgelegd aan de raad van het moederbestuur.
Om de definitieve cijfers voor de autonome bedrijven correct te kunnen opnemen in het aangepaste meerjarenplan van het moederbestuur, is het aangewezen dat de vaststelling en/of goedkeuring van het aangepaste meerjarenplan van het autonome bedrijf plaatsvindt vóór de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
DLB
Het college van burgemeester en schepenen gaf een gunstig advies aan de aanpassing van het meerjarenplan 1/2022 van AGB Haacht.
Het dossier wordt op de gemeenteraad gebracht ter goedkeuring. De gemeenteraad keurt het dossier goed.
Hiermee worden meteen de kredieten voor boekjaar 2023 definitief goedgekeurd.
Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2022 daalt na aanpassing meerjarenplan 1/2022 met ca. 36.733 euro tot 110.301 euro.
Beschikbaar budgettair resultaat = 110.481 euro per 31/12/2023
Autofinancieringsmarge = 181 euro per 31/12/2023
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge = -83.574 euro per 31/12/2023
Per einde 2025 bedraagt het verschil tussen het beschikbaar budgettair resultaat in het meerjarenplan na aanpassing meerjarenplan 1/2021 en dat in het meerjarenplan na aanpassing 1/2022 48.617 euro. Na aanpassing meerjarenplan 1/2022 sluit AGB Haacht de planningsperiode in 2025 meer bepaald af een met een geraamd beschikbaar budgettair resultaat van 129.988 euro.
De geraamde autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, bedraagt per 31/12/2025 6.135 euro.
Met de nieuwe BBC 2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge is een indicator en geen norm. Hij houdt rekening met een gemiddelde jaarlijkse leningsaflossing van 8% van de totale uitstaande schuld per 31 december van het vorige boekjaar. Theoretisch en ruwweg gezien zouden de autofinancieringsmarge en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge dus aan mekaar gelijk moeten zijn indien het bestuur alle leningen aanhoudt op 12,5 jaar. Op die manier wil men bekomen dat het structureel evenwicht weergegeven wordt zonder dat het vertekend wordt door de door het bestuur gekozen financieringswijze. We stellen vast dat de geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge negatief is voor AGB Haacht met een bedrag van -147.309 euro eind 2022 (in plaats van -121.361 euro in het meerjarenplan na aanpassing meerjarenplan 1/2021). Dit volgt voornamelijk uit het gegeven dat het gros van de uitstaande schuld op langere termijn wordt aangehouden dan 12,5 jaar. Naarmate het meerjarenplan vordert, zien we dat de uitstaande schuld van AGB Haacht wordt afgebouwd en dat 2025 wordt afgerond met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van -23.843 euro (in plaats van -18.671 euro in het initiële meerjarenplan).
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 1 januari 2023 werd onderhandeld tussen de Gemeente en het AGB Haacht.
Het besluit van de gemeenteraad van 15 september 2003, houdende goedkeuring van de oprichting, het beleidsplan, het financieel plan en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht, afgekort AGB Haacht;
Het besluit van de Vlaamse minister van Binnenlands Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken van 23 januari 2004, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004, houdende gedeeltelijke goedkeuring van de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 15 september 2003;
Het besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2010, houdende goedkeuring van de wijziging van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht, afgekort AGB Haacht;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 mei 2011, houdende goedkeuring van de gewijzigde statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht zoals vastgesteld bij beslissing van de raad van bestuur van 31 mei en 18 november 2010;
Het besluit van de gemeenteraad van 21 oktober 2013, houdende goedkeuring van de nieuwe statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht, afgekort AGB Haacht;
Het besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand van 24 februari 2014 houdende goedkeuring van de gewijzigde statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2013;
De beheersovereenkomst tussen de gemeente Haacht en het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 25 februari 2019;
De bijzondere beheersovereenkomst AGB – gemeente Haacht met betrekking tot de voorwaarden van exploitatie van de gemeentelijke sportinfrastructuur zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 25 februari 2019;
Het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht is ingevolge artikel 7, eerste lid van de bijzondere beheersovereenkomst tussen de gemeente Haacht en het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht verplicht het gemeentelijk sportcomplex “Den Dijk” op zodanige wijze te exploiteren dat de ontvangsten de kosten overtreffen;
Het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht moet ingevolge artikel 7, derde lid van de bijzondere beheersovereenkomst sport tussen de gemeente Haacht en het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht aan het college van burgemeester en schepenen meedelen welke tarieven zij voor 2023 zal hanteren met het oog op het overtreffen van de kosten door de ontvangsten.
Om economisch rendabel te zijn, wenst het AGB Haacht voor de exploitatie van het sportcomplex Den Dijk de voorziene toegangsprijzen (exclusief btw) voor recht op toegang tot sportinfrastructuur voor de periode vanaf 1 januari tot en met 31 december 2023 aan te passen zoals voorzien in de tabel in bijlage.
De Gemeente wenst de toegangsgelden te beperken opdat het gebouw toegankelijk is voor iedereen. De Gemeente verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari tot en met 31 december 2023 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente bedraagt de prijs (exclusief btw) die de gebruiker of bezoeker voor recht op toegang betaalt, vermenigvuldigd met een factor 6,67.
De tabel met de gewijzigde gebruikerstarieven en prijssubsidies voor het verlenen van toegang tot het gemeentelijk sportcomplex “Den Dijk” en het recht om er gebruik van te maken, wordt integraal opgenomen als onderdeel van deze beslissing en als dusdanig goedgekeurd.
Deze gesubsidieerde toegangsgelden (exclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden tijdens de periode van 1 januari tot en met 31 december 2023 in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het AGB Haacht. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de Gemeente deze steeds documenteren (bv. aan de hand van een gemeenteraadsbeslissing).
Het AGB Haacht moet op de 20e werkdag van elke maand de Gemeente een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers en bezoekers waaraan recht op toegang is verleend tot sportinfrastructuur in “Den Dijk” tijdens de voorbije maand. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het AGB Haacht uitreikt aan de Gemeente. De Gemeente dient deze debet nota te betalen aan het AGB Haacht binnen de 30 werkdagen na ontvangst.
Het college van burgemeester en schepenen gaf een gunstig advies aan het prijssubsidiereglement voor het jaar 2023 voor het verlenen van het recht op toegang tot het gemeentelijk sportcomplex “Den Dijk” en het recht om er gebruik van te maken, wordt goedgekeurd zoals opgesomd in bijlage.
De factor waarmee de prijssubsidies worden berekend, zal voor 2023 6,67 bedragen.
Dit dossier wordt ter goedkeuring op de gemeenteraad gebracht.
De raad keurt het dossier goed.
Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens één keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in één beslissing zowel de kredieten voor het volgende jaar vaststellen als de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar. Met deze aanpassing van het meerjarenplan worden in één beweging de kredieten van 2022 gewijzigd en worden de (begin)kredieten van 2023 meteen ook voor de eerste keer vastgesteld.
Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:
De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:
Zie bijlagen
DLB
MB BBC
Procedure
De gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn stemmen in principe over het geheel van hun deel van het geïntegreerde meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over één of meer onderdelen (bijv. een onderliggende raming, een actie of een actieplan, enz.) van het meerjarenplan. Het betrokken raadslid moet die onderdelen aanwijzen. In dat geval mag de betrokken raad maar over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan stemmen ná de stemming van die aangewezen onderdelen.
Als de stemming over een onderdeel tot gevolg heeft dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, dan wordt de stemming over het geheel verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het meerjarenplan al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van meerjarenplan vast op een volgende vergadering.
1) OCMW-raad stemt over zijn deel : vaststelling
2) gemeenteraad stemt over zijn deel : vaststelling
3) gemeenteraad keurt 1) goed; hierdoor wordt het meerjarenplan definitief vastgesteld.
De gemeenteraad keurt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en het OCMW (deel OCMW, zoals vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn) na aanpassing meerjarenplan 1/2022 goed.
Hierdoor wordt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 gemeente / OCMW na aanpassing meerjarenplan 1/2022 definitief vastgesteld.
Het beschikbaar budgettair resultaat bedraagt per 31/12/2022 4.141.328 euro. Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2023 bedraagt 3.842.297 euro. Per 31/12/2025 bedraagt het geraamde beschikbaar budgettair resultaat 3.548.765 euro.
De geraamde autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, bedraagt -387.429 euro per 31/12/2022 en 241.390 euro per 31/12/2023. Per 31/12/2025 bedraagt de geraamde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2022 240.399 euro.
Met de nieuwe BBC 2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge is een indicator en geen norm. Hij houdt rekening met een jaarlijkse gemiddelde leningsaflossing van 8% van de totale uitstaande schuld per 31 december van het vorige boekjaar. Gemeente/OCMW Haacht sluiten 2025 na aanpassing meerjarenplan 1/2022 af met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 638.784 euro.
Een tweede indicator die nieuw is in vergelijking met de vorige BBC-regelgeving, is de geconsolideerde autofinancieringsmarge. Deze indicator vult de autofinancieringsmarge van de gemeente/OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven. Voor Haacht bedraagt de geraamde geconsolideerde of totale autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2022 246.534 euro per 31 december 2025.
De geraamde totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2022 bedraagt per 31 december 2025 614.941 euro.
Op de gemeenteraad van 21 december 2020 werden de huidige reglementen rond investering- en infrastructuursubsidie voor jeugdverenigingen goedgekeurd. Voordien was dit één groot reglement dat ook diende voor sport- en cultuurverenigingen.
Met de huidige aanpassing in het reglement van investeringssubsidies voor erkende jeugdverenigingen wordt voorzien in de mogelijkheid van prefinanciering door de jeugdvereniging. De betaling van de subsidie kan in geval van prefinanciering nu ook rechtstreeks aan de vereniging gebeuren.
De raad keurt de aanpassing in het reglement investeringssubsidie voor erkende jeugdverenigingen goed.
Op de gemeenteraad van 21 december 2020 werden de huidige reglementen rond investering- en infrastructuursubsidie voor jeugdverenigingen goedgekeurd. Voordien was dit één groot reglement dat ook diende voor sport- en cultuurverenigingen.
Met de huidige aanpassing in het reglement van infrastructuursubsidies voor erkende jeugdverenigingen wordt voorzien in de mogelijkheid van prefinanciering door de jeugdvereniging voor bijvoorbeeld kleinere werken, waarbij jeugdverenigingen zelf naar de doe-het-zelfzaak gaan. De betaling van de subsidie kan in geval van prefinanciering nu ook rechtstreeks aan de vereniging gebeuren.
De raad keurt de aanpassing in het reglement infrastructuursubsidie voor erkende jeugdverenigingen goed.