Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens één keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in één beslissing zowel de kredieten voor het volgende jaar vaststellen als de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar. Met deze aanpassing van het meerjarenplan worden in één beweging de kredieten van 2023 gewijzigd en worden de (begin)kredieten van 2024 meteen ook voor de eerste keer vastgesteld.
Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:
De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:
Schepen Annelotte Van Meldert licht toe aan de hand van een Powerpoint.
Zie bijlagen
DLB
MB BBC
Procedure
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen in principe over het geheel van hun deel van het geïntegreerde meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over één of meer onderdelen (bijv. een onderliggende raming, een actie of een actieplan, enz.) van het meerjarenplan. Het betrokken raadslid moet die onderdelen aanwijzen. In dat geval mag de betrokken raad maar over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan stemmen ná de stemming van die aangewezen onderdelen.
Als de stemming over een onderdeel tot gevolg heeft dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, dan wordt de stemming over het geheel verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het meerjarenplan al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van meerjarenplan vast op een volgende vergadering.
1) OCMW-raad stemt over zijn deel : vaststelling
2) gemeenteraad stemt over zijn deel : vaststelling
3) gemeenteraad keurt 1) goed; hierdoor wordt het meerjarenplan definitief vastgesteld.
De gemeenteraad stelt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2026 na aanpassing meerjarenplan 1/2023 van de gemeente en het OCMW (deel gemeente) vast.
Het beschikbaar budgettair resultaat bedraagt per 31/12/2023 6.232.872 euro. Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2024 bedraagt 4.285.535 euro. Per 31/12/2025 bedraagt het geraamde beschikbaar budgettair resultaat 3.725.289 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een beschikbaar budgettair resultaat van 3.717.429 euro.
De geraamde autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, bedraagt 3.350.334 euro per 31/12/2023 en 850.084 euro per 31/12/2024. Per 31/12/2025 bedraagt de geraamde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 605.010 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een geraamde autofinancieringsmarge van 123.430 euro.
Met de nieuwe BBC 2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge is een indicator en geen norm. Hij houdt rekening met een jaarlijkse gemiddelde leningsaflossing van 8% van de totale uitstaande schuld per 31 december van het vorige boekjaar. Gemeente en OCMW Haacht sluiten 2025 af met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 967.363 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 481.647 euro.
Een tweede indicator die nieuw is in vergelijking met de vorige BBC-regelgeving, is de geconsolideerde autofinancieringsmarge. Deze indicator vult de autofinancieringsmarge van de gemeente/OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven. Voor Haacht bedraagt de geraamde geconsolideerde of totale autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 610.157 euro per 31 december 2025 en 126.839 euro per 31 december 2026.
De geraamde totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 bedraagt 946.421 euro per 31 december 2025 en 507.733 euro per 31 december 2026.