De raad bespreekt het budget van 2024 en de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de Christengemeente Emmanuel en keurt deze goed.
Exploitatietoelage :
2024 : € 12.095
2025 : € 12.540
+
woningvergoeding :
2024 en 2025 : € 10.800
De bovenstaande bedragen zijn om te slaan over de verschillende gemeenten: "De verdeling van de kosten tussen de gemeenten is als volgt bepaald : Haacht 31%, Mechelen 26%, Heist-op-den-Berg 21 %, Tremelo 13% en Boortmeerbeek 9%."
Er werd op 22/11 een Teams overlegvergadering gehouden waar de cijfers werden besproken met de betrokken gemeenten. Nadien werd het eerste ontwerp aangepast door CGE naar het huidige, tweede ontwerp.
De raad keurt het budget van 2024 en de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de Christengemeente Emmanuel goed. Na de overlegvergadering van 22 november 2023 werd een aangepaste versie ingediend.
Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens één keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in één beslissing zowel de kredieten voor het volgende jaar vaststellen als de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar. Met deze aanpassing van het meerjarenplan worden in één beweging de kredieten van 2023 gewijzigd en worden de (begin)kredieten van 2024 meteen ook voor de eerste keer vastgesteld.
Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:
De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:
Schepen Annelotte Van Meldert licht toe aan de hand van een Powerpoint.
Zie bijlagen
DLB
MB BBC
Procedure
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen in principe over het geheel van hun deel van het geïntegreerde meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over één of meer onderdelen (bijv. een onderliggende raming, een actie of een actieplan, enz.) van het meerjarenplan. Het betrokken raadslid moet die onderdelen aanwijzen. In dat geval mag de betrokken raad maar over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan stemmen ná de stemming van die aangewezen onderdelen.
Als de stemming over een onderdeel tot gevolg heeft dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, dan wordt de stemming over het geheel verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het meerjarenplan al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van meerjarenplan vast op een volgende vergadering.
1) OCMW-raad stemt over zijn deel : vaststelling
2) gemeenteraad stemt over zijn deel : vaststelling
3) gemeenteraad keurt 1) goed; hierdoor wordt het meerjarenplan definitief vastgesteld.
De gemeenteraad stelt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2026 na aanpassing meerjarenplan 1/2023 van de gemeente en het OCMW (deel gemeente) vast.
Het beschikbaar budgettair resultaat bedraagt per 31/12/2023 6.232.872 euro. Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2024 bedraagt 4.285.535 euro. Per 31/12/2025 bedraagt het geraamde beschikbaar budgettair resultaat 3.725.289 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een beschikbaar budgettair resultaat van 3.717.429 euro.
De geraamde autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, bedraagt 3.350.334 euro per 31/12/2023 en 850.084 euro per 31/12/2024. Per 31/12/2025 bedraagt de geraamde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 605.010 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een geraamde autofinancieringsmarge van 123.430 euro.
Met de nieuwe BBC 2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge is een indicator en geen norm. Hij houdt rekening met een jaarlijkse gemiddelde leningsaflossing van 8% van de totale uitstaande schuld per 31 december van het vorige boekjaar. Gemeente en OCMW Haacht sluiten 2025 af met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 967.363 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 481.647 euro.
Een tweede indicator die nieuw is in vergelijking met de vorige BBC-regelgeving, is de geconsolideerde autofinancieringsmarge. Deze indicator vult de autofinancieringsmarge van de gemeente/OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven. Voor Haacht bedraagt de geraamde geconsolideerde of totale autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 610.157 euro per 31 december 2025 en 126.839 euro per 31 december 2026.
De geraamde totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 bedraagt 946.421 euro per 31 december 2025 en 507.733 euro per 31 december 2026.
Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens één keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in één beslissing zowel de kredieten voor het volgende jaar vaststellen als de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar. Met deze aanpassing van het meerjarenplan worden in één beweging de kredieten van 2023 gewijzigd en worden de (begin)kredieten van 2024 meteen ook voor de eerste keer vastgesteld.
Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:
De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:
Zie bijlagen
DLB
MB BBC
Procedure
De gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn stemmen in principe over het geheel van hun deel van het geïntegreerde meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over één of meer onderdelen (bijv. een onderliggende raming, een actie of een actieplan, enz.) van het meerjarenplan. Het betrokken raadslid moet die onderdelen aanwijzen. In dat geval mag de betrokken raad maar over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan stemmen ná de stemming van die aangewezen onderdelen.
Als de stemming over een onderdeel tot gevolg heeft dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, dan wordt de stemming over het geheel verdaagd tot de eerstvolgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het meerjarenplan al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van meerjarenplan vast op een volgende vergadering.
1) OCMW-raad stemt over zijn deel : vaststelling
2) gemeenteraad stemt over zijn deel : vaststelling
3) gemeenteraad keurt 1) goed; hierdoor wordt het meerjarenplan definitief vastgesteld.
De gemeenteraad keurt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2026 van de gemeente en het OCMW (deel OCMW, zoals vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn) na aanpassing meerjarenplan 1/2023 goed.
Hierdoor wordt het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2026 gemeente / OCMW na aanpassing meerjarenplan 1/2023 definitief vastgesteld.
Het beschikbaar budgettair resultaat bedraagt per 31/12/2023 6.232.872 euro. Het beschikbaar budgettair resultaat per 31/12/2024 bedraagt 4.285.535 euro. Per 31/12/2025 bedraagt het geraamde beschikbaar budgettair resultaat 3.725.289 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een beschikbaar budgettair resultaat van 3.717.429 euro.
De geraamde autofinancieringsmarge, die aangeeft in welke mate de leningslasten vanuit het exploitatiesaldo kunnen gedragen worden, bedraagt 3.350.334 euro per 31/12/2023 en 850.084 euro per 31/12/2024. Per 31/12/2025 bedraagt de geraamde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 605.010 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een geraamde autofinancieringsmarge van 123.430 euro.
Met de nieuwe BBC 2020-regelgeving werd het begrip ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’ in het leven geroepen. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge is een indicator en geen norm. Hij houdt rekening met een jaarlijkse gemiddelde leningsaflossing van 8% van de totale uitstaande schuld per 31 december van het vorige boekjaar. Gemeente en OCMW Haacht sluiten 2025 af met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 967.363 euro. 2026 wordt aan het meerjarenplan toegevoegd met een geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van 481.647 euro.
Een tweede indicator die nieuw is in vergelijking met de vorige BBC-regelgeving, is de geconsolideerde autofinancieringsmarge. Deze indicator vult de autofinancieringsmarge van de gemeente/OCMW aan met de autofinancieringsmarge van de autonome gemeentebedrijven. Voor Haacht bedraagt de geraamde geconsolideerde of totale autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 610.157 euro per 31 december 2025 en 126.839 euro per 31 december 2026.
De geraamde totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge na aanpassing meerjarenplan 1/2023 bedraagt 946.421 euro per 31 december 2025 en 507.733 euro per 31 december 2026.
Tijdens de raad van 24 april 2023 werd het subsidiereglement dakisolatie en hoogremdementsglas goedgekeurd, afgestemd op MijnVerbouw Premie die in voege is sinds oktober 2022. De gemeente koos ervoor om het beschikbare budget voor te behouden voor inwoners uit de laagste inkomenscategorie zodat de subsidie een substantiële financiële aanmoediging kan betekenen en het aantal energiezuinige woningen op haar grondgebied zou stijgen. Tot eind 2023 werd een overgangsperiode voorzien voor inwoners die een aanvraag indienden bij Fluvius. In de loop van 2023 werd beslist dat Fluvius toch nog een premie uitkeert voor dakisolatie aan doe-het-zelvers.
Rekening houdend met het aantal aanvragen en de inkomenscategorieën van de aanvragen die in 2023 werden ingediend en de premie via Fluvius voor doe-het-zelvers wordt het subsidiereglement dakisolatie en hoogrendementsglas aangepast:
- Zowel inwoners uit de laagste als de middelste inkomenscategorie kunnen een aanvraag indienen. Er wordt tussen beide categorieën een onderscheid gemaakt in tarifering.
- Doe-het-zelvers kunnen voor dakisolatie een aanvraag indienen, ongeacht de inkomenscategorie.
Bijlage 1 geeft de aanpassingen van het reglement weer.
Het aangepaste subsidiereglement dakisolatie en hoogrendementsglas dient goedgekeurd te worden om inwoners een subsidie te kunnen uitkeren.
De raad keurt het subsidiereglement dakisolatie en hoogrendementsglas goed.
Het aangepaste subsidiereglement treedt in werking vanaf 1 januari 2024 en vervangt de vorige versie.
Het subsidiereglement 'milieuvriendelijke initiatieven', goedgekeurd door de raad op 25 januari 2021, is vanaf 1 januari 2024 niet meer in voege.
Het algemeen verkeersreglement (wegcode):
wordt een reglement voor de afgifte en het gebruik van de gemeentelijke parkeerkaart voor autodelen opgesteld.
Parkeerbeleid vormt een belangrijke sleutel om autodelen te stimuleren en de voordelen te maximaliseren. Er worden twee belangrijke groepen van incentives voor deelauto’s onderscheiden:
Vaste parkeerplaatsen
Het grootste parkeervoordeel dat aan een deelauto kan toegekend worden is het recht om gebruik te maken van een vaste parkeerplaats autodelen die is voorbehouden voor een specifieke autodeelorganisatie (of correcter, een specifieke deelauto).
Een deelauto die ingezet wordt volgens het roundtrip station based model maakt gebruik van een vaste, voorbehouden parkeerplaats voor autodelen. Dat betekent dat voor elke deelauto die volgens dit principe opereert een eigen parkeerplaats dient ingericht te worden. Dit kan zowel een deelauto zijn van een organisatie met een eigen vloot als een deelauto die gedeeld wordt onder particulieren. De parkeerplaatsen die voorbehouden worden voor autodelen, zijn geregeld in een aanvullend reglement op het wegverkeer.
Het is juridisch niet mogelijk om een parkeerplaats toe te wijzen aan een bepaald voertuig of een bepaalde autodeelorganisatie, maar door middel van de parkeerkaart autodelen hebben de voertuigen die over deze parkeerkaart beschikken de vergunning om op deze voorbehouden parkeerplaatsen te parkeren.
Deze plaatsen zijn vrijgesteld van parkeerduurbeperking o.b.v. art 65.5 van de wegcode (zonale bepalingen gelden niet waar een andere parkeerregeling is voorzien).
Handhaving: Indien een elektrische deelauto niet kan parkeren op de voorbehouden parkeerplaats met laadpaal, en dus niet kan bijladen, wordt de reservatie van de volgende gebruiker ondermijnd. Met een niet-deelwagen parkeren op een parkeerplaats die is voorbehouden voor voertuigen met gemeentelijke parkeerkaart (waaronder autodelen) wordt beschouwd als een gedepenaliseerde parkeerovertreding: dit wordt in het gemeentelijk retributiereglement geregeld.
Uitzondering op parkeerduurbeperking
Deelwagens hebben baat bij een gemeentelijke parkeerkaart autodelen die recht geeft op uitzonderingen op (een aantal van) de geldende parkeermaatregelen in de stad of gemeente. Wanneer de voorbehouden parkeerplaats (standplaats) niet beschikbaar is omwille van een foutparkeerder of andere omstandigheden, dient de deelwagen op een andere, gewone parkeerplaats geparkeerd te worden. In dit geval zijn in beginsel de parkeerbeperkingen van toepassing, wat voor een problematische situatie zorgt. Los daarvan is de vrijstelling een extra voordeel dat autodelen stimuleert.
Deze vrijstelling wordt enkel toegepast op parkeerplaatsen waar de toegelaten parkeerduur groter is dan 60 minuten. Zodoende is het enkel van toepassing in de gewone blauwe zone centrumparkeren, niet in de zone Shop&Go. Deze zones zijn vastgelegd in het aanvullend reglement op het wegverkeer betreffende de beperkte parkeertijd.
Het betreft enkel deelwagens erkend met een gemeentelijke parkeerkaart van de eigen gemeente; dit is niet van toepassing op deelwagens van buiten de gemeente die in Haacht parkeren.
Gemeentelijke parkeerkaart autodelen
Deelwagens worden erkend door middel van gratis gemeentelijke digitale parkeerkaarten autodelen. Dit reglement regelt de afgifte van deze parkeerkaarten.
Voor erkende autodeelsystemen wordt gekeken naar het erkenningslabel 'autodeelorganisatie' van VVSG en Autodelen.net.
Er wordt bij deelwagens onderscheid gemaakt tussen:
De raad keurt het reglement voor de afgifte van de parkeerkaart autodelen goed.
Het huidige "reglement voor het privaat gebruik van het openbaar domein: terrassen – tafels – stoelen - commerciële inrichtingen" dateert van 2015.
Inmiddels wijzigde, mede door corona, de visie op de invulling en het gebruik van het openbaar domein. Reeds verscheidene jaren werd door het college van burgemeester en schepenen ad-hoc een toelating verleend aan lokale horecazaken om tijdelijk, hetzij tijdens de winter of in de lente & zomer, een terras te plaatsen op het openbaar domein.
Een aangepaste, gestructureerde regelgeving met concrete afspraken is dan ook aan de orde.
Een nieuw reglement werd opgemaakt en een eerste ontwerp werd ter bespreking op de adviesraad voor lokale economie geagendeerd. Hieruit volgde het advies dat "horecaterrassen op het openbaar domein bijdragen aan de uitstraling van de gemeente (in dit geval, hoofdzakelijk van de winkelkern), op voorwaarde dat een bepaalde 'uniformiteit' kan worden gegarandeerd. De concrete inhoud van het reglement wordt bij voorkeur met de doelgroep zelf besproken".
In de voorliggende versie van het nieuwe 'Gemeentelijk reglement voor de private inname van het openbaar domein door terrassen bij horecazaken" werd dan ook rekening gehouden met de bemerkingen en bezorgdheden van de horecasector, die we tijdens de besprekingen op 23/03/2023 en 15/11/2023 noteerden. (zie verslagen in bijlage)
Zo werden op vraag van de horeca-uitbaters o.a.:
Via een digitaal aanvraagformulier worden de uitgebreide bepalingen en voorwaarden overzichtelijk en eenvoudig te volgen voor de aanvrager.
De raad keurt het "gemeentelijk reglement voor de private inname van het openbaar domein door terrassen bij horecazaken" goed zoals opgenomen in bijlage. Voor de zomerterrassen wordt een ‘beperkte’ geldigheidstermijn van 5 jaar opgenomen.
Momenteel heeft een onderneming die zich in de gemeente Haacht vestigt geen meldingsplicht. Ook de horecazaken kunnen zich vrij vestigen.
Een horecazaak moet uiteraard aan alle wettelijke bepalingen voldoen inzake brandinspectieverslag, FAVV, omgevingsvergunning, kansspelwetgeving, inname OD, enz.
Al deze attesten en vergunningen worden via verschillende kanalen en diensten aangevraagd en afgeleverd. Het gemeentebestuur heeft op geen enkele wijze controle of een horecazaak aan alle wetgevingen voldoet.
Een gecentraliseerd overzicht van al deze attesten en vergunningen zou voor zowel de horeca-uitbater als het gemeentebestuur, voor duidelijkheid kunnen zorgen.
'Horecazaak' wordt gedefinieerd als
'Elke drank- of eetgelegenheid, permanent of tijdelijk ingericht, die publiek toegankelijk is en waar dranken en/of maaltijden worden verstrekt voor consumptie ter plaatse', worden hiermee meteen en niet-limitatief de volgende uitbatingen bedoeld:
De voorwaarden, waaraan een horecazaak moet voldoen om de horecavergunning te kunnen verkrijgen, zijn gebaseerd op de geldende wetgevingen terzake en luiden als volgt:
De voorwaarden om een horecazaak te mogen uitbaten zijn een combinatie van federale, Vlaamse en/of eigen, gemeentelijke bepalingen. Het horeca-attest is dan ook bedoeld als een checklist voor zowel de horeca-uitbater als het gemeentebestuur.
Voor de horeca-uitbater is het een samenvatting van de verplichtingen en procedures die moeten worden doorlopen om een horecazaak te kunnen uitbaten.
Het moet een ‘instrument’ zijn dat de administratie toelaat om het “only-once principe” toe te passen, waardoor bij aanvragen voor bv terrassen, kansspelen, … de reeds voorliggende documenten niet opnieuw moeten worden ingediend.
Het doorlopen van de procedure om het horeca-attest te verkrijgen, biedt aan de administratie de mogelijkheid om dossiers die op andere diensten in behandeling zijn, mee op te volgen (bv brandweer/ RO/milieu…)
Het ter beschikking houden van het horeca-attest in de horecazaak, bevestigt dat aan alle verplichtingen wordt voldaan.
Met het oog op de invoering van het horeca-attest werd een nieuw gemeentelijk reglement opgemaakt:
"GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN HORECA-ATTEST BIJ DE UITBATING VAN EEN HORECAZAAK"
Zowel het principe tot het invoeren van een horeca-attest als het ontwerp van het reglement ter zake, werden met de doelgroep besproken. In de bijgevoegde versie werd dan ook rekening gehouden met de bemerkingen en bezorgdheden van de horeca sector.
De horecasector heeft principieel geen bezwaar tegen het invoeren van een horeca-attest mits de bestaande horecazaken begeleid worden in het doorlopen van de procedure tot het verkrijgen van het horeca-attest.
Zowel het principe tot het invoeren van een horeca-attest als de goedkeuring van het gemeentelijk reglement (zie bijlage) worden ter goedkeuring gemeentebestuur voorgelegd.
Wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen.
Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, gewijzigd bij wet van 7 mei 2019.
Decreet van 15 juli 2016 betreffende het Integraal Handelsvestigingsbeleid (inhoud)
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (procedure)
Koninklijk besluit van 3 april 1953 tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken en KB van 4 april 1953 tot regeling van de uitvoering van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken.
Wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht.
KB van 16 januari 2006 (BS van 2/3/2006) tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het FAVV.
De raad keurt het "Gemeentelijk reglement voor het verkrijgen van een horeca-attest bij de uitbating van een horecazaak" goed zoals opgenomen in bijlage.
zie hoger
Voor de pastorie van Tildonk werd een gebruikersreglement voor nieuwe occasionele gebruikers opgesteld. De gemeenteraad dient dit nog goed te keuren.
decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad keurt het gebruikersreglement voor occasionele gebruikers van de pastorie van Tildonk goed, zoals opgenomen in de bijlage.
Aangezien tijdens de viering van oud/nieuw in het verleden de omgeving van de Markt geconfronteerd werd met een grote stroom bezoekers wat een potentieel risico oplevert voor de openbare veiligheid, vooral door het gebruik van glas, is het aangewezen politiemaatregelen te nemen om een goed verloop te verzekeren.
Er wordt dan ook een een algemeen verbod uitgevaardigd op het meebrengen van eigen drank, glas en/of vuurwerk naar “the New Year's Party” op de Markt.
Het gemeentedecreet, art. 2, 42 §1, 43 §1, 57 §1 en 64.
De nieuwe gemeentewet, artikels 119, 119bis, 119ter, 134 en 135.
De wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties.
Het Koninklijk Besluit van 7 januari 2001, tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13 mei 1999, betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties.
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
De wet van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet.
De wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet.
De wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, inzonderheid de artikels 21 en 22.
Het Koninklijk Besluit van 17 maart 2005 tot vaststelling van de inwerkingtreding van de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet.
Het Koninklijk Besluit van 5 december 2004, houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119bis, §6, tweede lid, 1° van de nieuwe gemeentewet.
Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2005, houdende aanpassing van het politiereglement op administratieve sancties.
Het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2005 houdende aanwijzing van provinciale ambtenaren voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes.
Decreet lokaal bestuur
POLITIEVERORDENING OPENBARE ORDE
Ter gelegenheid van de viering van oud op nieuw, The New Year’s Party, doorgaande de nacht van 31 december 2023 op 1 januari 2024 op de Markt in Haacht, ter handhaving van de openbare orde en ter beveiliging van het evenement, zijn volgende maatregelen van kracht.
Artikel 1
Op zondag 31 december 2023 vanaf 21.00 uur tot maandag 1 januari 2024 om 08.00 uur is het, in open lucht, verboden:
- glazen recipiënten, hetzij flessen, hetzij glazen, te bezitten of te gebruiken,
- eigen dranken bij te hebben of te nuttigen, in eender welk recipiënt,
- vuurwerk te bezitten of te ontsteken, zonder voorafgaandelijke toelating van de gemeente,
op volgende openbare wegen (en aanhorigheden):
- de Markt,
- de Vekestraat en de Vekedries
- de Werchtersesteenweg, vanaf de Markt tot de Wespelaarsesteenweg,
- de Keerbergsesteenweg, vanaf de Markt tot de Sint-Remigiusweg,
- de Stationsstraat, vanaf de Markt tot het Molenveld,
- de Petrus Mertensweg en parking Lombaarden,
- de Rijmenamsesteenweg, vanaf de Stationsstraat tot de Peltheide
- het Klapgat (en alle verbindingen naar de Stationsstraat)
- de verbinding tussen Stationsstraat en Rijmenamsesteenweg
- het Molenveld (tussen Vekestraat en Mercatorlaan)
- de Mercatorlaan tussen Stationsstraat en Molenveld
Binnen de ruime perimeter van art 1 is de politie bevoegd om op te treden tegen overtredingen op de beperkingen erin vermeld.
Artikel 2
Op zondag 31 december 2023 vanaf 21.00 uur tot maandag 1 januari 2024 om 08.00 uur zijn koffers, zakken, draagzakken, rugzakken,... groter dan het formaat handtas verboden op de Markt. Deze kunnen in beslag genomen worden.
Artikel 3
Met het oog op het veilig verloop is het de organisatie, zijnde de VZW Ho8, van 31 december 2023 om 20.00 uur tot 1 januari 2024 om 06.00 uur toegestaan, daartoe voorafgaandelijk gemachtigde vrijwilligers in te zetten als security.
Artikel 4
De in artikel 3 bedoelde security is gemachtigd evenementenbewaking uit te voeren volgens art 24 van de wet van 02/10/17 (wet tot regeling van de private veiligheid) en conform de bepalingen van deze wet, in volgende straten:
- de Markt
- de Werchtersesteenweg, vanaf de Markt tot de Wespelaarsesteenweg,
- de Keerbergsesteenweg, vanaf de Markt tot de Sint-Remigiusweg,
- de Stationsstraat, vanaf de Markt, inclusief de steegjes tot aan het Klapgat,
Artikel 5
De in artikel 3 bedoelde security is bovendien gemachtigd controle uit te voeren volgens art 3.7° van de wet van 02/10/17, in het bijzonder de persoonscontrole mét oppervlakkige controle van kledij en handbagage op de Markt, aan de ingangen van het eigenlijke evenement, zijnde:
- Werchtersesteenweg
- Keerbergsesteenweg
- Stationsstraat
Artikel 6
De zone, vermeld in artikel 4, wordt (zoals bepaald in art 116 van de wet van 02/10/17) aan het openbaar domein onttrokken van 31 december 2023 om 20.00 uur tot 01 januari 2024 om 06.00 uur, ten behoeve van de persoonscontrole door de gemachtigde vrijwilligers.
Artikel 7
De leden van de Lokale Politie en de door de koning aangewezen ambtenaren en diensten zijn gelast met de uitvoering van deze verordening. De overtredingen op de beschikkingen worden bestraft met een administratieve geldboete en met administratieve inbeslagname en/of weigering toegang tot, en/of ontzetting uit, de zones zoals weerhouden in de artikels 1 en 2 van dit reglement.
Artikel 8
Deze verordening wordt overeenkomstig het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt.
Een afschrift van deze politieverordening zal toegezonden worden aan de bestendige deputatie van de provincieraad, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.