De invordering van openstaande schuldvorderingen, meer bepaald:
1° het opmaken en versturen van aanmaningen aan diegenen die in gebreke blijven bij het betalen van fiscale en/of niet-fiscale schulden ten aanzien van de gemeente, ook bij niet-naleving van een afbetalingsplan;
2° het opmaken van een dwangbevel of fiscaal dwangschrift indien de schuldvordering na de aangetekende aanmaning niet betaald wordt;
3° het nemen van een hypothecaire inschrijving indien de debiteur een onroerend goed bezit;
4° de procedure tot vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag voor fiscale schulden;
5° de procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap
weegt op logistiek en financieel vlak op de gemeentelijke administratie.
De fiscale vorderingen in dit reglement omvatten alle contant- en kohierbelastingen. De niet-fiscale vorderingen in dit reglement omvatten de retributies, verhuur van zalen, schadevergoedingen, ...
Gemeente Haacht wenst kostelijke procedures tot invordering steeds te vermijden. Voorafgaandelijk aan de invordering zullen de mogelijkheden tot het afsluiten van een afbetalingsplan steeds worden onderzocht.
De verzending van de schuldvorderingen wordt gedragen vanuit de algemene middelen. Wanneer de schuldenaar of belastingplichtige echter in gebreke blijft om de openstaande schuldvordering (tijdig) te betalen, kan niet opgelegd worden dat de gemeente, en onrechtstreeks andere belastingplichtigen, mee betalen voor de extra kosten die de invordering van de schuld vergt. Het getuigt van behoorlijk bestuur om diegenen die laattijdig de door hen verschuldigde sommen betalen en de gemeente verplichten om kosten te maken ten gevolge van nalatigheid, administratie- en aanmaningskosten aan te rekenen vanaf de aangetekende verzending van de tweede aanmaning. Afhankelijk van de toegepaste procedure worden meer complexe, tijdrovende en arbeidsintensieve handelingen van de administratie verwacht. Wanneer gemeente Haacht dergelijke procedures niet zou voeren, zou dit een gevoel van straffeloosheid tot gevolg hebben dat een doortastend en correct beleid in de weg zou staan.
Wat betreft de nieuwe wetgeving Boek XIX WER, van kracht sinds 1/9/2023, dienen we wat betreft de gemeentebelastingen geen rekening te houden met de regels inzake consumentenbescherming. Wat betreft de niet-fiscale schulden, wordt de gemeente beschouwd als onderneming voor wat betreft de activiteiten die geen deel uitmaken van hun wettelijke opdracht van algemeen belang. Een retributie voor de de aflevering van identiteitskaarten valt bv. niet onder deze wetgeving, een retributie voor de verhuur van zalen wel.
Tevens overeenkomstig de nieuwe wetgeving Boek XIX WER mogen we voor verschuldigde saldo's lager dan of gelijk aan 150 EUR een forfaitaire vergoeding, in zoverre ze uitdrukkelijk bepaald is, van maximum 20 EUR vragen (als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 EUR bedraagt: 30 EUR + 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 EUR; als het verschuldigde saldo hoger dan 500 EUR bedraagt: 65 EUR + 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 EUR met een maximum van 2000 EUR). Deze bedragen zijn de maximumbedragen en worden geacht alle kosten van buitengerechtelijke invordering te dekken. Het advies van GD&A luidt, cfr. de invoering van invorderingskosten voor AGB via de gebruikersreglementen voor GC Den Breughel en Vrijetijdscomplex Den Dijk: "Om zoveel mogelijk fouten uit te sluiten, is het aangewezen om voor alle activiteiten en alle schuldenaars op eenzelfde manier een kost te heffen. In die zin is het aanrekenen van een bedrag van 20 euro voor een tweede aanmaning inderdaad interessant, omdat daarmee de grens van de laagste schijf niet wordt overschreden."
In de mate dat een niet-fiscale schuld onbetwist is en artikel 177 DLB kan worden toegepast, maakt de opmaak van het gemeentelijk dwangbevel een gedeelte uit van de fase van de gedwongen invordering, en is de aanrekening van een extra kost bovenop de maximale kost van 20 EUR voor de 2de aangetekende aanmaning mogelijk. Let wel: wanneer de niet-fiscale schuld betwist is, kan de gemeente zichzelf geen uitvoerbare titel verschaffen en dient eerst een uitvoerbare titel te worden bekomen. Een extra kost bovenop de maximale kost van 20 EUR voor de 2de aangetekende aanmaning is dan niet mogelijk.
Er wordt voorzien in volgende tarieven die in verhouding staan tot de complexiteit van de te voeren procedures:
Amendement ingediend door Dieter Vanbesien van de fractie Groen;
Amendement wordt besproken op de raad en leidt tot een aanvulling van artikel 9.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013;
Wetboek van 10 april 1992 van de inkomstenbelastingen (en latere wijzigingen);
Het antwoord van minister Liesbeth Homans op de schriftelijke vraag nr. 207 dd. 15 januari 2018 van Marnic De Meulemeester terzake retributiereglement lokale besturen - administratiekosten bij fiscale schuldvorderingen;
Wetboek van economisch recht van 28 februari 2013, Boek XIX "Schulden van de consument"
Vanaf 1 september 2024 tot en met 31 december 2025 wordt een retributie geheven voor de administratie- en aanmaningskosten verbonden aan de invordering van fiscale en niet-fiscale vorderingen.
Artikel 2
De fiscale vorderingen in dit reglement omvatten alle belastingen gevestigd met ingang van 1 september 2024. Indien de debiteur de vordering niet betaalt binnen de wettelijke bepaalde vervaltermijn, worden de hieronder bepaalde retributies aangerekend ingeval de in die artikelen vermelde acties worden ondernomen met het oog op de invordering van de schuld.
De niet-fiscale vorderingen in dit reglement omvatten alle vorderingen ontstaan met ingang van 1 september 2024. Het gaat om vorderingen uit hoofde van opgelegde retributies, schadevergoedingen, vorderingen uit hoofde van een gerechtelijke uitvoerbare titel en terugvorderingen van ten onrechte betaalde bedragen. Indien de debiteur de onbetwiste vordering niet betaalt binnen de wettelijke bepaalde vervaltermijn, worden de hieronder bepaalde retributies aangerekend ingeval de in die artikelen vermelde acties worden ondernomen met het oog op de invordering van de schuld.
Artikel 3
Indien de debiteur niet betaalt binnen de termijn voorzien in de gratis eerste aanmaning of ingeval van contantbelasting, een gratis eerste betalingsherinnering, wordt telkens een kost van 20 EUR aangerekend voor de verzending van een tweede aangetekende aanmaning of betalingsherinnering. Indien een debiteur een afbetalingsplan krijgt en dit vervolgens niet nakomt wordt hem een eerste gratis aanmaning gestuurd. Indien deze zonder gevolg blijft, wordt hem een tweede aangetekende aanmaning gestuurd. Voor deze aanmaning wordt een kost van 20 EUR aangerekend.
Artikel 4
Wanneer de debiteur niet overgaat tot betaling van de volledige fiscale schuld, kosten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een fiscaal dwangschrift met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder. Voor het aanmaken van dit fiscaal dwangschrift wordt een kost van 30 EUR aangerekend.
Wanneer de debiteur niet overgaat tot betaling van de volledige onbetwiste niet-fiscale schuld, kosten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een dwangbevel met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder. Voor het aanmaken van dit dwangbevel dan wel het overmaken van een dossier aan de gerechtsdeurwaarder, wordt een kost van 30 EUR aangerekend.
Artikel 5
Wanneer de financieel directeur i.k.v. de invordering van gemeentebelastingen besluit tot het nemen van een hypothecaire inschrijving, gaan hier uitgebreide opzoekingen aan vooraf. De effectief betaalde kost aan het kantoor rechtszekerheid wordt doorgerekend, vermeerderd met 50 EUR administratieve kosten per hypothecaire inschrijving.
Artikel 6
Wanneer de financieel directeur i.k.v. de invordering van gemeentebelastingen besluit tot op het opstarten van een procedure vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag, gaan hier uitgebreide opzoekingen aan vooraf. Daarnaast dient het beslag aangetekend te worden verzonden aan een derde, schuldenaar van de debiteur en tevens aangetekend aangezegd te worden aan de debiteur zelf. Hiervoor wordt een kost van 50 EUR aangerekend.
Artikel 7
Voor de procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap wanneer er geen gekende erfgenamen zijn, maar wel een nalatenschap van waaruit een vordering kan voldaan worden, wordt een administratieve kost gerekend van 1.500 EUR voor zover dat het namens het gemeentebestuur opgemaakte en neergelegde verzoekschrift tot aanstelling van een curator uitmondt in de effectieve aanstelling van een curator.
Artikel 8
Samenvattende tabel:
Actie | Retributiekost |
2de aangetekende aanmaning of betalingsherinnering | 20 EUR |
2de aangetekende aanmaning bij niet-naleven afbetalingsplan | 20 EUR |
Opmaak dwangbevel of fiscaal dwangschrift | 30 EUR |
Nemen hypothecaire inschrijving | 50 EUR |
Vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag | 50 EUR |
Aanstelling curator onbeheerde nalatenschap | 1.500 EUR |
Artikel 9
De administratie- en aanmaningskosten worden toegevoegd aan de openstaande schuldvordering. Bij gedeeltelijke betaling zullen eerst de administratie- en aanmaningskosten aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande schuldvordering (hoofdsom).
Zodra de software het toelaat, zal eerst worden afgeboekt op de hoofdsom. De softwareleverancier zal hiertoe aangespoord worden om dit mogelijk te maken.