Terug
Gepubliceerd op 01/02/2024

2024_GR_00023 - Belastingen - Dienstjaren 2024-2025 - Belastingreglement op de voor het publiek toegankelijke ruimten voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten door ondernemers, gelegen binnen het afgebakend kernwinkelgebied van de gemeente Haacht - Aanpassing aangiftebepaling - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 29/01/2024 - 20:05 Gemeenteraadszaal
Datum beslissing: ma 29/01/2024 - 20:23
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Belastingreglement.
  • Bijkomende aanslagvoet: Nee

Samenstelling

Aanwezig

Brigitte Mouligneau; Steven Swiggers, Burgemeester; Jozef Verdeyen, Eerste schepen; Karin Jiroflée, Tweede schepen; Tom Van der Auwera, Derde schepen; Annelotte Van Meldert, Vierde schepen; Dieter Vanbesien; Luc De Bie; Frank Vannetelbosch; Bert Francois; Bernard Lemaitre; Nico Bogaerts; Marian Ursi; Nick Van Avondt; Pascal Vandenhoudt; Tim Timmermans, OCMW-voorzitter-schepen; Veva Daniels; Annik Olbrechts; Marleen Wouters; Benny Van Goolen; Sofie Steenhaut; Jessy Van Hoof; Luc Van Rillaer, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Ilse Fillet

Secretaris

Luc Van Rillaer, Algemeen directeur

Voorzitter

Brigitte Mouligneau
2024_GR_00023 - Belastingen - Dienstjaren 2024-2025 - Belastingreglement op de voor het publiek toegankelijke ruimten voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten door ondernemers, gelegen binnen het afgebakend kernwinkelgebied van de gemeente Haacht - Aanpassing aangiftebepaling - Goedkeuring 2024_GR_00023 - Belastingen - Dienstjaren 2024-2025 - Belastingreglement op de voor het publiek toegankelijke ruimten voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten door ondernemers, gelegen binnen het afgebakend kernwinkelgebied van de gemeente Haacht - Aanpassing aangiftebepaling - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Een recent arrest van het Hof van Cassatie van 9 november 2023 brengt duidelijkheid inzake de gevolgen van aangiftebepalingen in belastingreglementen die niet voorzien in een termijnregeling en aldus in strijd zijn met artikel 7 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. In belastingreglementen, die een aangifteplicht voorzien, dient steeds een (redelijke) aangiftetermijn te zijn bepaald, zowel in het geval waarbij de belastingplichtige een aangifteformulier heeft ontvangen van het gemeentebestuur, als in het geval waarbij de belastingplichtige geen aangifteformulier heeft ontvangen. Bij gebrek aan een concrete aangiftetermijn kan het belastingreglement geen toepassing vinden.

Argumentatie

    De extra middelen die de gemeente met deze belasting ontvangt worden gebruikt om nieuwe en/of bestaande initiatieven in het kader van centrum-management binnen de perimeter van het belastingsgebied vorm te geven. Centrum-management dient hierbij in de ruime betekenis van het woord opgevat te worden en omvat naast ondersteuning van publiciteit voor het centrum ook maatregelen ten behoeve van iedere economische activiteit in het centrum. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan signalisatie, parkeerbeleid en aanleg van parkeerruimte (zowel voor wagens als andere vormen van mobiliteit), acties rond verkeersleefbaarheid en belevingswaarde van het centrum, voeren van een antileegstandbeleid en ondersteuning van duurzaam ondernemen.

    Gelet op het feit dat het redelijk is, de (rechts)personen die voordeel halen uit de initiatieven die de gemeente neemt in verband met centrummanagement projecten in het kernwinkelgebied, te laten bijdragen in de kosten ervan; 

    Gelet op het feit dat het kernwinkelgebied als commerciële kernzone wordt beschouwd en objectief werd afgebakend; 

    Gelet op het feit dat de tariefdifferentiatie op basis van de ligging verantwoord wordt door het feit dat de zones zijn opgedeeld naarmate de meer aantrekkelijke en gunstigere ligging; dat hierbij ook rekening wordt gehouden met de mate waarin men geacht wordt voordeel te halen uit de diverse initiatieven inzake handelsondersteuning; 

    Overwegende dat de oppervlakte van de publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen grotendeels bepalend is voor het commercieel profiel en de uitstraling van de zaak; dat hiermee ook rekening wordt gehouden met het bijdragend vermogen van de commerciële vestiging; 

    Gelet dat het daarom passend is dat de gemeente het belastingtarief differentieert naargelang de oppervlakte en de ligging;

    Overwegende dat een redelijke verhouding tussen het oppervlaktecriterium en de tarieven van de belasting wordt nagestreefd;

    Overwegende dat het voor de categorie van de vrije beroepen veel minder evident is om vast te stellen of zij een voordeel halen uit het centrummanagement dat door de gemeente gevoerd wordt en/of de initiatieven die worden genomen ter versterking van het kernwinkelgebied. Men mag ervan uitgaan dat vrije beroepers die zichtbaar vanaf de openbare weg wervende reclame maken ter aanprijzing van de diensten en/of goederen die worden aangeboden, eveneens – zoals een commerciële vestiging – voordeel halen uit het centrummanagement en de handelsondersteunende projecten;

    Overwegende dat de gemeente het gepast acht om een vrijstelling van belasting te voorzien voor de natuurlijke of rechtspersoon die zijn/haar vestiging gedurende het belastingjaar slechts dertig dagen of minder heeft kunnen uitbaten; 

    Overwegende dat de gemeente het eveneens gepast acht te voorzien in een vrijstelling van belasting voor het eerste jaar van uitbating, teneinde startende ondernemingen te stimuleren zich te vestigen in het kernwinkelgebied; 

    Gelet op de financiële toestand van de gemeente.

Juridische grond

    De grondwet, meer bepaald artikel 170 §4, artikel 41 en artikel 162;

    Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012 en latere wijzigingen;

    Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;

    Het gemeenteraadsbesluit van 24 september 2018 houdende de vaststelling van het RUP “centrum Haacht”

Regelgeving bevoegdheid

Het Decreet Lokaal Bestuur
<p>DLB</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Er wordt voor de dienstjaren 2024 en 2025, ten voordele van de gemeente een belasting geheven op de voor het publiek toegankelijke ruimten voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten door ondernemers, gelegen binnen het afgebakend kernwinkelgebied van de gemeente Haacht.

 Kantoren met een loketfunctie, hierna ‘diensten’ genoemd, worden als commerciële dienstverstrekkers beschouwd. Hieronder worden onder meer verstaan de bankkantoren, verzekeringsmakelaars en – agenten, reisbureaus, interimkantoren, immobiliënkantoren, ...

Artikel 2

§1. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het belastingjaar een publiek toegankelijke ruimte uitbaat, voor de uitoefening van een beroepsactiviteit die binnen de verder omschreven gebiedsomschrijving van het handelscentrum gelegen is. 

§2. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de algehele belasting.

Artikel 3

Van de belasting zijn vrijgesteld: 

1° De startende ondernemingen, gedurende het eerste jaar van uitbating van hun vestiging; 

2° De natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn/haar vestiging gedurende het belastingjaar slechts dertig dagen of minder heeft kunnen uitbaten; 

3° Beoefenaars van vrije beroepen, met uitzondering van diegenen die zichtbaar vanaf de openbare weg wervende reclame maken. De wijze waarop deze reclame gemaakt wordt is daarbij van geen belang (via een uitstalraam, vitrine, affiche aan het raam, etalage, uitstalkast,…). Ook het louter afbeelden en/of zichtbaar uitstallen van de verkochte producten wordt beschouwd als het maken van wervende reclame;

4° Overheidsdiensten

Artikel 4

De belasting wordt per vestiging berekend op basis van het aantal vierkante meter oppervlakte publiek toegankelijke ruimte voor de uitoefening van de beroepsactiviteit (netto-beroepsoppervlakte). Een gedeelte van een vierkante meter wordt voor een vierkante meter aanzien.

Voor klein- en groothandelszaken en distributiebedrijven wordt onder netto-beroepsoppervlakte verstaan: de voor het publiek toegankelijke ruimte, zowel in een gebouw als daarbuiten, inbegrepen de wegneembare of verplaatsbare opstellingen van koopwaren of informatieve standen en borden, evenals het meubilair voor het verrichten van betalingen, uitgezonderd het grondoppervlak achter dit meubilair, sanitaire voorzieningen, tuinterrassen en parkings.

Voor kantoren met loketfunctie en vrije beroepen wordt onder netto-beroepsoppervlakte verstaan: de voor het publiek toegankelijke ruimte omvattende wacht- en ontvangstlokalen (al dan niet op afspraak), verkoopruimten, alsook kabinetten en burelen waar administratieve of lichamelijke beroepsprestaties worden geleverd.

Voor restaurants en tavernes wordt de ruimte die voor alle gasten vrij toegankelijk is, zijnde het restaurant/ tavernegedeelte en de receptie, voor de toepassing van dit reglement als publiek toegankelijke ruimte voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit beschouwd.

Het tarief van de belasting wordt opgedeeld in categorieën, volgens de oppervlakte en ligging van de publiek toegankelijke ruimte voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit in het beschreven handelsgebied en volgens de aard van de bedrijvigheid.

Het basistarief bedraagt:

  • 300 euro voor vestigingen met een netto-beroepsoppervlakte kleiner dan 250m²
  • 500 euro voor vestigingen met een netto-beroepsoppervlakte groter of gelijk aan 250m²

Deze bedragen worden niet geïndexeerd.

De gebiedsomschrijving van het handelscentrum wordt opgedeeld in 3 zones:

  • In zone 1 wordt het tarief vastgesteld op 100 % van het basistarief 
  • In zone 2 wordt het tarief vastgesteld op 80 % van het basistarief 
  • In zone 3 wordt het tarief vastgesteld op 60% van het basistarief.

ZONE 1

•     Werchtersesteenweg van de Markt tot het rond punt met de Kloosterstraat en Lombaardenlaan

•     Markt

•     Stationsstraat van de Markt tot de Mercatorlaan

•     Keerbergsesteenweg van de Markt tot het kruispunt met de Sint-Regimiusweg

•     Vekestraat

•     Parking Lombaarden (Petrus Mertensweg) en de Sint-Remigiusweg (parking Klapgat)

ZONE 2

•     Stationsstraat vanaf de Mercatorlaan tot aan het rond punt met de Jennekensstraat/Zoellaan

ZONE 3

•     Keerbergsesteenweg van kruispunt Sint-Remigiusweg tot het kruispunt Zoellaan/Lombaardenlaan

•     Rijmenamsesteenweg van Stationsstraat tot kruispunt met Zoellaan

•     (Beide zijden van) de rondweg rond Haacht-centrum bestaande uit: Jennekensstraat, Zoellaan, Lombaardenlaan, Kloosterstraat en Wespelaarsesteenweg vanaf nummer 85

•     Alle wegen binnen de hierboven beschreven rondweg welke niet behoren tot ZONE 1 of ZONE 2

Artikel 5

De belasting is jaarlijks en ondeelbaar verschuldigd, op basis van de toestand op 1 januari van het belastingjaar.

Artikel 6

De in artikel 2 van dit reglement vernoemde belastingplichtigen ontvangen vanwege het gemeentebestuur, hetzij per post of per elektronische post, een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor 31 mei van het belastingjaar moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 mei van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

Artikel 7
Bij gebrek aan aangifte of ingeval van laattijdige, onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte na het verstrijken van de in artikel 6 gestelde termijn vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 20 %.

Het bedrag van de verhoging wordt tegelijk met de ambtshalve gevestigde belasting ingekohierd.

Vooraleer de belastingaanslag ambtshalve vast te stellen zal het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige per aangetekend schrijven inlichten over de motieven om deze procedure te gebruiken, met vermelding van de elementen van de aanslag evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen, te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van dit aangetekend schrijven, om zijn opmerkingen schriftelijk mee te delen.

Artikel 8

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de door de gemeente Haacht aangeduide ambtenaren.

De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. 

Artikel 9

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De kohierbelasting moet worden betaald binnen een periode van twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 10         

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

Artikel 11

Het belastingreglement op de voor het publiek toegankelijke ruimten voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten door ondernemers, gelegen binnen het afgebakend kernwinkelgebied van de gemeente Haacht, goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 23 november 2020, wordt opgeheven.

Artikel 12

Dit reglement zal worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website en toegezonden worden aan de toezichthoudende overheid.