Gemeenten zijn vrij om een beleid rond tweede verblijven te voeren. Zij kunnen dit op grond van de gemeentelijke autonomie, die verankerd is in de Grondwet en die in België ruim geïnterpreteerd wordt. Gemeenten kunnen dus zelf beslissen om tweede verblijven al dan niet op te sporen en te registreren en kunnen ervoor kiezen om geregistreerde tweede verblijven te belasten.
Financieel
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Feitelijke context en nevendoelen
De belastbare grondslag of het belastbaar feit
De gemeente heft een jaarlijkse belasting op tweede verblijven gelegen op het grondgebied van gemeente Haacht.
Artikel 2
De belastbare periode
De belasting wordt geheven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt verstaan onder
1. Tweede verblijf: elke private woongelegenheid, hoe primitief ook, die niet het hoofdverblijf is van de eigenaar, de huurder of de gebruiker ervan maar die op elk moment door hen kan worden bewoond en waarvoor niemand is ingeschreven in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister van de gemeente Haacht op 1 januari van het belastingjaar.
Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, weekendhuisjes, appartementen, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen, garages, tenten en verplaatsbare caravans worden niet als tweede verblijf beschouwd.
2. Houder van het zakelijk recht: de persoon of personen met een recht van:
a. volle eigendom;
b. recht van opstal of van erfpacht;
c. vruchtgebruik;
met betrekking tot een gebouw of een woning.
Artikel 4
De belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het belastingjaar houder van het zakelijk recht is van het tweede verblijf.
Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, wordt ingekohierd op naam van alle belastingplichtigen in verhouding tot hun aandeel in het tweede verblijf.
In geval van overlijden van de belastingplichtige wordt ingekohierd op naam van de overleden belastingplichtige voorafgegaan door het woord ‘Nalatenschap’.
Artikel 5
Hoofdelijkheid
Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn deze allen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Dit betekent dat het volledige bedrag van de belasting bij één van hen kan worden opgeëist.
Artikel 6
Berekeningsgrondslag en tarief
De belasting wordt vastgesteld op 1.250 euro per jaar per tweede verblijf.
De belasting is ondeelbaar en voor het gehele belastingjaar verschuldigd op basis van de toestand op 1 januari van het belastingjaar.
Artikel 7
Vrijstellingen
Van de belasting worden vrijgesteld:
- private woongelegenheden die te huur of te koop worden aangeboden en waar de laatste inschrijving in de bevolkingsregisters een einde nam gedurende de laatste zes maanden voorafgaand aan het belastingjaar. Deze vrijstelling geldt voor één belastingjaar.
- private woongelegenheden die werden opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen of de Vlaamse inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen. Deze vrijstelling geldt tot schrapping van het pand uit voormelde registers.
Artikel 8
Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9
Aangifteplicht
De belastingplichtige moet ten laatste op 31 oktober van ieder aanslagjaar aangifte doen van het tweede verblijf op een door het gemeentebestuur aangeboden formulier
- op volgend adres: Wespelaarsesteenweg 85, 3150 Haacht
- of via het mailadres: fin@haacht.be
- of op digitale wijze via: https://www.haacht.be/gemeentebelasting-op-tweede-verblijf.
De belastingplichtige ontvangt van het gemeentebestuur een aangifteformulier dat behoorlijk ingevuld en ondertekend moet worden teruggestuurd. Een belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet dit zelf aanvragen via fin@haacht.be of telefonisch via 016 / 26 94 00.
Het gemeentebestuur kan aan de belastingplichtige een “voorstel van aangifte” bezorgen: een vooraf ingevuld aangifteformulier dat de door de gemeente reeds gekende gegevens bevat.
- Als de gegevens op dit voorstel onjuist of onvolledig zijn of niet overeenstemmen met de
belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar moet de belastingplichtige ten laatste op
31 oktober van het aanslagjaar, het voorstel verbeterd en vervolledigd terugsturen. Het tijdig
teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel van aangifte, geldt in dat geval als
aangifte.
- Als de gegevens op dit voorstel overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van
het aanslagjaar, is de belastingplichtige niet verplicht dit formulier tegen 31 oktober van het aanslagjaar terug te sturen. In dat geval is automatisch aan de aangifteplicht voldaan en
wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens vermeld op het toegestuurde voorstel
van aangifte.
Artikel 10
Belastingverhoging
Bij gebrek aan aangifte binnen de termijn als vermeld in artikel 9, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden gevestigd.
In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de gemeente beschikt.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
In het geval van de ambtshalve vestiging van de belasting wordt de belasting verhoogd met
- 10% van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding
- 40% van de verschuldigde belasting bij een tweede overtreding
- 70% van de verschuldigde belasting bij een derde overtreding
- 100% van de verschuldigde belasting bij een vierde overtreding
- 200% van de verschuldigde belasting vanaf een vijfde overtreding
Voor de vaststelling van het toe te passen percentage van de belastingverhoging worden de vorige overtredingen niet in aanmerking genomen, wanneer geen overtredingen werden vastgesteld in de laatste twee opeenvolgende belastingjaren die het belastingjaar voorafgaan waarin de nieuwe overtreding wordt vastgesteld. Een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren herstelt aldus de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige.
Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 11
Bezwaarmogelijkheid
De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een gemotiveerd en (digitaal) ondertekend bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift kan op volgende wijzen worden ingediend:
Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbevestiging gegeven, binnen de vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 12
Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en vervangt alle voorafgaande reglementen met betrekking tot het belasten van tweede verblijven.
Artikel 13
Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.