Door de noodzakelijke verdichting van de woonkernen in onze gemeente bestaat de invulling uit kleinere entiteiten en neemt in bepaalde zones het oprichten van meergezinswoningen toe waardoor de parkeerdruk op het openbaar domein sterk vergroot. Een stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg werd opgemaakt om normen op te leggen inzake parkeren voor nieuwbouw-, herbouw- en verbouwingsprojecten om te voorkomen dat de parkeerdruk van private projecten wordt afgewenteld op het openbaar domein. De belasting op het ontbreken van parkeerplaatsen vloeit voort uit deze stedenbouwkundige verordening.
Financieel
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Feitelijke context en nevendoelen
De gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 17 ja-stemmen (Karin Jiroflee, Frank Vannetelbosch, Steven Swiggers, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Luc De Bie, Bert Francois, Tim Timmermans, Annelotte Van Meldert, Pascal Vandenhoudt, Annik Olbrechts, Benny Van Goolen, Kristel Godyns, Anne Labro; Wilfried Van Noten; Ine Vanhove; Marleen Wouters) tegen 5 neen-stemmen (Bernard Lemaitre, Brigitte Mouligneau, Dieter Vanbesien, Veva Daniels, Annemie Buedts) en 1 onthouding (Eddy Ghenne).
De belastbare grondslag of het belastbaar feit
De gemeente heft een belasting op het ontbreken van parkeerplaatsen bij het bouwen, verbouwen of herbouwen van een gebouw of het aanleggen van sportinfrastructuur, het uitbreiden van een gebouw met meer dan 50 m² vloeroppervlakte, het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal woongelegenheden, tenzij het gaat om zorgwonen en/of het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging van een bebouwd onroerend goed, zoals bepaald in de van kracht zijnde stedenbouwkundige verordening.
Artikel 2
De belastbare periode
De belasting wordt geheven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt verstaan onder
1. Parkeerplaats: Een ruimte waar één autovoertuig kan worden geparkeerd, meer bepaald een garage, carport of een standplaats in een gesloten ruimte of in openlucht, daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en bestemd voor het parkeren van motorvoertuigen, in die zin vergund of geacht vergund te zijn;
2. Uitbreiden: Het bestaand vergund of vergund geacht volume van een gebouw vergroten waarbij de uitbreiding fysisch één geheel vormt met het oorspronkelijk gebouw;
3. Verbouwen: Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden;
4. Herbouwen: Een constructie volledig afbreken, of meer dan 40% van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande volume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructies een nieuwe constructie bouwen;
5. Vergunning: Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen zoals bepaald in het decreet omtrent de omgevingsvergunning;
6. Functiewijziging: Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed zoals omschreven in het decreet, voor zover dit aan een vergunning onderworpen is;
7. Zorgwonen: Een vorm van wonen waarbij voldaan is aan de voorwaarden zoals omschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Artikel 4
De belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de aanvrager van een omgevingsvergunning die op grond van deze omgevingsvergunning de verplichting tot het aanleggen van één of meerdere parkeerplaatsen mag omzetten in het betalen van een vervangende belasting.
Artikel 5
Hoofdelijkheid
Indien er meerdere aanvragers zijn, zijn deze allen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Dit betekent dat het volledige bedrag van de belasting bij één van hen kan worden opgeëist.
Artikel 6
Berekeningsgrondslag en tarief
Het bedrag van de belasting bedraagt:
De belasting is verschuldigd na het verkrijgen van de definitieve omgevingsvergunning waarin de 'belasting op het ontbreken van parkeerplaatsen' voorwaardelijk werd opgenomen en voor de start van de werken.
Artikel 7
Wijze van inning
De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. De belastingplichtige ontvangt daartoe een betalingsuitnodiging en betaalt ten laatste op de vervaldag van de betalingsuitnodiging. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 8
Bezwaarmogelijkheid
De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een gemotiveerd en (digitaal) ondertekend bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift kan op volgende wijzen worden ingediend:
Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbevestiging gegeven, binnen de vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 9
Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en vervangt alle voorafgaande reglementen met betrekking tot het belasten van het ontbreken van parkeerplaatsen.
Artikel 10
Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.