Terug
Gepubliceerd op 23/12/2025

2025_GR_00337 - Retributies - dienstjaren 2026-2031 - gemeentelijk retributiereglement voor kosten van fiscale en niet-fiscale vorderingen - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 22/12/2025 - 20:05 Raadzaal
Datum beslissing: di 23/12/2025 - 01:41
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Retributiereglement.

Samenstelling

Aanwezig

Steven Swiggers, Burgemeester; Karin Jiroflee, Tweede schepen; Tom Van der Auwera, Derde schepen; Dieter Vanbesien, Raadslid; Luc De Bie, Raadslid; Frank Vannetelbosch, Vierde schepen; Bert Francois, Raadslid; Bernard Lemaitre, Raadslid; Nico Bogaerts, Raadslid; Brigitte Mouligneau, Raadslid; Pascal Vandenhoudt, Raadslid; Veva Daniels, Raadslid; Annik Olbrechts, Raadslid; Benny Van Goolen, Raadslid; Kristel Godyns, Eerste schepen; Ine Vanhove, Raadslid; Anne Labro, Raadslid; Wilfried Van Noten, Raadslid; Marleen Wouters, Raadslid; Annemie Buedts, Raadslid; Eddy Ghenne, Raadslid; Luc Van Rillaer, Algemeen directeur; Annelotte Van Meldert, Voorzitter

Verontschuldigd

Marian Ursi, Raadslid; Tim Timmermans, Vijfde schepen; Jolien Beerens, Raadslid

Secretaris

Luc Van Rillaer, Algemeen directeur

Voorzitter

Annelotte Van Meldert, Voorzitter
2025_GR_00337 - Retributies - dienstjaren 2026-2031 - gemeentelijk retributiereglement voor kosten van fiscale en niet-fiscale vorderingen - Goedkeuring 2025_GR_00337 - Retributies - dienstjaren 2026-2031 - gemeentelijk retributiereglement voor kosten van fiscale en niet-fiscale vorderingen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

De invordering van openstaande schuldvorderingen, meer bepaald:
1° het opmaken en versturen van aanmaningen aan diegenen die in gebreke blijven bij het betalen van fiscale en/of niet-fiscale schulden ten aanzien van de gemeente, ook bij niet-naleving van een afbetalingsplan;
2° het opmaken van een dwangbevel of fiscaal dwangschrift indien de schuldvordering na de aangetekende aanmaning niet betaald wordt;
3° het nemen van een hypothecaire inschrijving indien de debiteur een onroerend goed bezit;
4° de procedure tot vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag voor fiscale schulden;
5° de procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap
weegt op logistiek en financieel vlak op de gemeentelijke administratie.

De fiscale vorderingen in dit reglement omvatten alle contant- en kohierbelastingen. De niet-fiscale vorderingen in dit reglement omvatten de retributies, verhuur van zalen, schadevergoedingen, ...

Gemeente Haacht wenst kostelijke procedures tot invordering steeds te vermijden. Voorafgaandelijk aan de invordering zullen de mogelijkheden tot het afsluiten van een afbetalingsplan steeds worden onderzocht.

Argumentatie

  • De verzending van de schuldvorderingen wordt gedragen vanuit de algemene middelen. Wanneer de schuldenaar of belastingplichtige echter in gebreke blijft om de openstaande schuldvordering (tijdig) te betalen, kan niet opgelegd worden dat de gemeente, en onrechtstreeks andere belastingplichtigen, mee betalen voor de extra kosten die de invordering van de schuld vergt. Het getuigt van behoorlijk bestuur om diegenen die laattijdig de door hen verschuldigde sommen betalen en de gemeente verplichten om kosten te maken ten gevolge van nalatigheid, administratie- en aanmaningskosten aan te rekenen vanaf de aangetekende verzending van de tweede herinnering;
  •  Afhankelijk van de toegepaste procedure worden meer complexe, tijdrovende en arbeidsintensieve handelingen van de administratie verwacht. Wanneer gemeente Haacht dergelijke procedures niet zou voeren, zou dit een gevoel van straffeloosheid tot gevolg hebben dat een doortastend en correct beleid in de weg zou staan.
  • Overeenkomstig Boek XIX WER mag gemeente Haacht voor verschuldigde saldo's lager dan of gelijk aan 150 euro een forfaitaire vergoeding, in zoverre ze uitdrukkelijk bepaald is, van maximum 20 euro vragen (als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro bedraagt: 30 euro + 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro; als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro bedraagt: 65 euro + 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 5 euro met een maximum van 2.000 euro). Deze bedragen zijn de maximumbedragen en worden geacht alle kosten van buitengerechtelijke invordering te dekken. Om zoveel mogelijk fouten uit te sluiten, is het aangewezen om voor alle activiteiten en alle schuldenaars op eenzelfde manier een kost te heffen. In die zin is het aanrekenen van een bedrag van 20 euro voor een tweede herinnering interessant, omdat daarmee de grens van de laagste schijf niet wordt overschreden.
  • In de mate dat een niet-fiscale schuld onbetwist is en artikel 177 DLB kan worden toegepast, maakt de opmaak van het gemeentelijk dwangbevel een gedeelte uit van de fase van de gedwongen invordering, en is de aanrekening van een extra kost bovenop de maximale kost van 20 euro voor de 2de aangetekende herinnering mogelijk. Let wel: wanneer de niet-fiscale schuld betwist is, kan de gemeente zichzelf geen uitvoerbare titel verschaffen en dient eerst een uitvoerbare titel te worden bekomen. Een extra kost bovenop de maximale kost van 20 euro voor de 2de aangetekende herinnering is dan niet mogelijk.
  • Er wordt voorzien in tarieven die in verhouding staan tot de complexiteit van de te voeren procedures:
    • Voor het verzenden van de eerste betalingsherinnering is het billijk om nog geen kosten aan te rekenen gezien de mogelijkheid bestaat dat de persoon per abuis vergeten is te betalen of de schuldvordering niet ontvangen heeft. Voor de opmaak en verzending van een tweede aangetekende betalingsherinnering wordt, rekening houdende met de materiële kosten (papier- en portkosten) en personeelskosten, een bedrag van 20 euro aangerekend. In het antwoord van Vlaams Minister Liesbeth Homans op de parlementaire vraag nr. 207 van 15 januari 2018 wordt het aanrekenen van een bedrag van 20 euro voor betalingsaanmaningen als redelijk beschouwd.
    • Indien een debiteur een afbetalingsplan krijgt en dit vervolgens niet nakomt, wordt hem een eerste kosteloze aanmaning gestuurd. Indien deze zonder gevolg blijft, wordt een tweede aangetekende aanmaning gestuurd en wordt hiervoor een kost van 20 euro aangerekend. 
    • Indien de onbetwiste niet-fiscale schuldvordering na de aangetekende herinnering niet betaald wordt, kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen (overeenkomstig de modaliteiten van artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur). Wat betreft de onbetaald gebleven fiscale schuldvorderingen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een fiscaal dwangschrift met het oog op de betekening door een gerechtsdeurwaarder. Voor het opmaken van een fiscaal dwangschrift of een dwangbevel wordt telkens een kost van 30 euro aangerekend. De reële kosten van gerechtsdeurwaarders worden op grond van de wettelijk voorziene principes doorgerekend.
    • Ter voldoening van schuldvorderingen met betrekking tot gemeentebelastingen, kan de financieel directeur besluiten tot het nemen van een hypothecaire inschrijving indien de debiteur een onroerend goed bezit. Hieraan gaan uitgebreide opzoekingen vooraf. Hiervoor dient bovendien een kost betaald te worden aan het kantoor rechtszekerheid (nieuwe benaming hypotheekkantoor), die redelijkerwijs wordt doorgerekend aan de debiteur, vermeerderd met 50 euro administratieve kosten per hypothecaire inschrijving.
    • Ter voldoening van schuldvorderingen met betrekking tot gemeentebelastingen, kan de financieel directeur tevens besluiten tot het opstarten van een procedure vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag. Hieraan gaan uitgebreide opzoekingen vooraf en het beslag wordt aangetekend verzonden aan een derde, schuldenaar van de debiteur en tevens aangezegd aan de debiteur zelf. Voor de procedure fiscaal vereenvoudigd derdenbeslag wordt een kost van 50 euro aangerekend.
    • Indien de debiteur overlijdt alvorens de schuldvordering volledig vereffend is en er geen gekende erfgenamen zijn, maar wel een nalatenschap van waaruit de openstaande vordering kan voldaan worden, kan er over gegaan worden tot een procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap. De gemeente dient dan een verzoekschrift tot aanstelling van een curator te laten opmaken en neerleggen door een aangestelde advocaat. Een administratieve kost van 1.500 euro wordt hiervoor aangerekend, voor zover dat verzoekschrift uitmondt in de effectieve aanstelling van een curator.

Juridische grond

  • Grondwet, art. 173
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen
  • Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013 en latere wijzigingen
  • Wetboek van 10 april 1992 van de inkomstenbelastingen en latere wijzigingen
  • Wetboek van economisch recht van 28 februari 2013, Boek XIX "Schulden van de consument" en latere wijzigingen

Regelgeving bevoegdheid

Het Decreet Lokaal Bestuur
<p>DLB</p>

Besluit

De gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 21 ja-stemmen (Karin Jiroflee, Frank Vannetelbosch, Steven Swiggers, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Luc De Bie, Bert Francois, Annelotte Van Meldert,  Pascal Vandenhoudt, Annik Olbrechts, Benny Van Goolen, Kristel Godyns, Anne Labro, Wilfried Van Noten, Ine Vanhove, Marleen Wouters, Bernard Lemaitre, Brigitte Mouligneau, Dieter Vanbesien, Veva Daniels, Annemie Buedts) en 1 onthouding (Eddy Ghenne).
De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor de administratie- en herinneringskosten verbonden aan de invordering van fiscale en niet-fiscale vorderingen.

Artikel 2

De fiscale vorderingen in dit reglement omvatten alle belastingen gevestigd met ingang van 1 september 2024. Indien de debiteur de vordering niet betaalt binnen de wettelijke bepaalde vervaltermijn, worden de hieronder bepaalde retributies aangerekend ingeval de in die artikelen vermelde acties worden ondernomen met het oog op de invordering van de schuld.

De niet-fiscale vorderingen in dit reglement omvatten alle vorderingen ontstaan met ingang van 1 september 2024. Het gaat om vorderingen uit hoofde van opgelegde retributies, schadevergoedingen, vorderingen uit hoofde van een gerechtelijke uitvoerbare titel en terugvorderingen van ten onrechte betaalde bedragen. Indien de debiteur de onbetwiste vordering niet betaalt binnen de wettelijke bepaalde vervaltermijn, worden de hieronder bepaalde retributies aangerekend ingeval de in die artikelen vermelde acties worden ondernomen met het oog op de invordering van de schuld.

Dit reglement is niet van toepassing op vorderingen die voortvloeien uit het gemeentelijk retributiereglement voor het kortparkeren en parkeren in een blauwe zone en uit het gemeentelijk belastingreglement op de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.

Artikel 3

Indien de debiteur niet betaalt binnen de termijn voorzien in de gratis eerste betalingsherinnering, wordt telkens een kost van 20 euro aangerekend voor de verzending van een tweede aangetekende betalingsherinnering. Indien een debiteur een afbetalingsplan krijgt en dit vervolgens niet nakomt wordt hem een eerste gratis herinnering gestuurd. Indien deze zonder gevolg blijft, wordt hem een tweede aangetekende herinnering gestuurd. Voor deze herinnering wordt een kost van 20 euro aangerekend.

Artikel 4

Wanneer de debiteur niet overgaat tot betaling van de volledige fiscale schuld, kosten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een fiscaal dwangschrift met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder. Voor het aanmaken van dit fiscaal dwangschrift wordt een kost van 30 euro aangerekend.

Wanneer de debiteur niet overgaat tot betaling van de volledige onbetwiste niet-fiscale schuld, kosten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een dwangbevel met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder. Voor het aanmaken van dit dwangbevel dan wel het overmaken van een dossier aan de gerechtsdeurwaarder, wordt een kost van 30 euro aangerekend.

Artikel 5

Wanneer de financieel directeur i.k.v. de invordering van gemeentebelastingen besluit tot het nemen van een hypothecaire inschrijving, gaan hier uitgebreide opzoekingen aan vooraf. De effectief betaalde kost aan het kantoor rechtszekerheid wordt doorgerekend, vermeerderd met 50 euro administratieve kosten per hypothecaire inschrijving. 

Artikel 6

Wanneer de financieel directeur i.k.v. de invordering van gemeentebelastingen besluit tot op het opstarten van een procedure vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag, gaan hier uitgebreide opzoekingen aan vooraf. Daarnaast dient het beslag aangetekend te worden verzonden aan een derde, schuldenaar van de debiteur en tevens aangetekend aangezegd te worden aan de debiteur zelf. Hiervoor wordt een kost van 50 euro aangerekend.

Artikel 7

Voor de procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap wanneer er geen gekende erfgenamen zijn, maar wel een nalatenschap van waaruit een vordering kan voldaan worden, wordt een administratieve kost gerekend van 1.500 euro voor zover dat het namens het gemeentebestuur opgemaakte en neergelegde verzoekschrift tot aanstelling van een curator uitmondt in de effectieve aanstelling van een curator.

Artikel 8

Samenvattende tabel:

ActieRetributiekost
2de aangetekende aanmaning of betalingsherinnering20 euro
2de aangetekende aanmaning bij niet-naleven afbetalingsplan20 euro
Opmaak dwangbevel of fiscaal dwangschrift30 euro
Nemen hypothecaire inschrijving 50 euro
Vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag50 euro
Aanstelling curator onbeheerde nalatenschap1.500 euro

Artikel 9

De administratie- en herinneringskosten worden toegevoegd aan de openstaande schuldvordering. Bij gedeeltelijke betaling zullen eerst de administratie- en herinneringskosten aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande schuldvordering (hoofdsom). 

Artikel 10

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en vervangt alle voorafgaande reglementen met betrekking tot de kosten van fiscale en niet-fiscale vorderingen.

Artikel 11

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.