Sluikstorten wordt uitdrukkelijk aanzien als een milieumisdrijf.
Het tarief dat bepaald wordt voor de retributie op het verwijderen van sluikstort mag louter kostendekkend zijn omdat het ‘Materialendecreet’ het achterlaten van afvalstoffen in strijd met de voorschriften van het decreet of zijn uitvoeringsbesluiten verbiedt.
Voor gemeenten bestaan er drie mogelijkheden om op te treden tegen sluikstorten:
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor het verwijderen van sluikstort.
Artikel 2
Voor de toepassing van dit retributiereglement wordt verstaan onder sluikstort: het illegaal en ongeregeld achterlaten van aanzienlijke hoeveelheden afval op plaatsen waar dit niet is toegestaan. Het betreft hier vaak grofvuil zoals oude meubels, bouwafval, elektronische apparaten, autobanden en andere omvangrijke afvalstromen. Dit type afval wordt meestal opzettelijk gedumpt, omdat de afvoer via de reguliere en legale kanalen kosten met zich meebrengt of als lastig wordt ervaren.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd tot het vaststellen van de tarieven. Bij het bepalen van het tarief wordt rekening gehouden met de aard en de hoeveelheid van de achtergelaten afvalstoffen, met het ingezette materieel en personeel en met de afstand die afgelegd wordt om het afval op te halen/of weg te brengen.
De retributie wordt op 1 januari 2026 vastgesteld als volgt:
a) in geval van opruiming door gemeentediensten: de totale verwerkingskost van het afval verhoogd met:
b) in geval van opruiming door een derde, aangesteld door de gemeente: de werkelijke kostprijs.
Artikel 4
De retributie is verschuldigd door de persoon die afvalstoffen of stoffen en materialen hiermee vergelijkbaar, achterlaat, opslaat of stort op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, of door de eigenaar van het sluikstort.
Artikel 5
De retributie dient te worden betaald aan de gemeente. Hiertoe wordt een factuur aan de sluikstorter of eigenaar van het sluikstort bezorgd die dient betaald te worden ten laatste op de vervaldag van de factuur.
De kosten bij laattijdige betaling van de verschuldigde retributies worden geregeld via het retributiereglement voor kosten van fiscale en niet-fiscale vorderingen.
Artikel 6
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en vervangt alle voorafgaande belasting- of retributiereglementen met betrekking tot het verwijderen van sluikstort.
Artikel 7
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.